”Techbedrijven met buitenlandse filialen scheppen meer banen”

Agoria: "Vlaamse techbedrijven met buitenlandse vestigingen scheppen meer banen, vooral in onderzoek en ontwikkeling." Nog méér vacatures voor schaarse hoogopgeleide medewerkers dus?

Trefwoorden: #agorial, #banen, #de lijn, #economie, #jobcreatie, #jobs, #nmbs, #technologie, #van hool

Lees verder

Columns

ENGINEERINGNET.BE –Het aantal Vlaamse technologiebedrijven met een verkoopsfiliaal of een productie-eenheid in het buitenland is op tien jaar met niet minder dan 61% gestegen, tot 1.209.

"Vlaamse techbedrijven internationaliseren en dat is goed nieuws", stelt de werkgeversfederatie Agoria. "Want ze scheppen daardoor ook in Vlaanderen méér jobs." Het bewijs: bij bedrijven met buitenlandse activiteit steeg het aantal jobs sinds 2010 met 1,2%, vergeleken met -4,1% voor bedrijven die hun producten enkel in de lokale markt afzetten.

“Het gebrek aan competitiviteit nekt heel wat productiebedrijven die enkel lokaal actief zijn,” zegt Wilson De Pril, directeur-generaal van Agoria Vlaanderen. "Door het hoge kostplaatje van ondernemen wordt produceren hier vaak te duur." De jobcreatie van 1,2% sinds 2010 is dus een gelukkig maar indirect effect van de groei die Vlaamse technologiebedrijven dankzij goedkopere buitenlandse productie toch weten te realiseren.

Dat bevestigt ook busconstructeur Van Hool (pc- en tabletgebruikers: zie leestips onderaan), die onlangs besliste voortaan enkel nog in Macedonië en niet langer in Koningshooikt te investeren. 'De lagere loonkost in Skopje compenseert de hoge loonlast in België."

Bovendien: overheidsgebonden bedrijven zoals De Lijn of NMBS komen in een bijna Kafkaïaanse wurggreep terecht en krijgen een golf van kritiek over zich telkens ze een openbare uitbesteding aan een buitenlandse speler moeten gunnen doordat de fabricageprijzen van de Belgische constructeurs niet concurrentieel zijn.

Uiteraard verdedigt een federatie de beslissingen die door het merendeel van zijn (grootste) leden genomen worden, zeker in het licht van het maatschappelijke debat dat op elke fabriekssluiting en delokalisatie volgt. Dat is haar taak. Maar tegelijk doet het niets af aan de nuchtere vaststelling dat méér productie in eigen land tot nog méér jobcreatie zou hebben geleid.

Bovendien situeert het merendeel van de nieuw gecreëerde Belgische banen zich in de afdelingen verkoop en onderzoek & ontwikkeling. Vooral dat laatste vergt hoogopgeleide medewerkers, profielen die al jaren schaars tot zeer schaars zijn op de arbeidsmarkt. Het is al lang geen uitzondering meer dan ondernemingen voor bijvoorbeeld technische en IT-vacatures gaan werven in … het buitenland.

Opmerkelijk is wel dat deze bedrijven niet minder dan 70% van alle O&O-inspanningen in Vlaanderen financieren, het hoogste percentage van heel de EU. Zelfs in de voorbije crisisperiode stegen de bedrijfsinvesteringen in innovatie naar verluidt.

"Dat heeft vooral te maken met de vaststelling dat de Vlaamse overheid te veel investeert in fundamenteel, en te weinig in vraaggestuurd, industrieel gericht onderzoek", stelde De Pril eerder al in een column op deze website: "Minstens 20 % van de Vlaamse innovatiemiddelen zou naar onderzoek in opdracht van de industrie moeten gaan, nu is dat nog geen 15 procent.”

De techfederatie vindt het tenslotte ook zorgwekkend dat de export stagneert terwijl de globale wereldhandel al jaren stijgt,en ook de exportcijfers van de buurlanden stijgen sneller. “Ons industrieel weefsel liep tijdens de crisisjaren zeer zware schade op en de hoge kosten prijzen ons steeds meer uit de markt,” aldus De Pril.


(door Bert Belmans, hoofdredacteur Engineeringnet)