Drones: de wetgeving «op afstand bestuurd luchtvaartuig» (1)

Omdat er in de praktijk veel te doen is over het gebruik van drones, geven wij alvast een overzicht van wat de nieuwe regels nu precies inhouden.

Trefwoorden: #drones, #juridisch advies, #op afstand bestuurd luchtvaartuig, #RPA, #solumn, #wetgeving

Lees verder

Columns

ENGINEERINGNET.BE - Elke sector ziet het gebruik van drones wel zitten, alleen was het afwachten op een gepaste wetgeving zodat er eindelijk kon nagegaan worden hoe het gebruik ervan zou geregeld worden.

Op 10 april 2016 was het na lang wachten dan toch eindelijk zover en kwam het zogenaamde «Koninklijk besluit met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim» tot stand.

Het KB werd op 15 april in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Het KB heeft het over «RPA»; dit staat voor een op afstand bestuurd luchtvaartuig. Deze wetgeving is van toepassing op elk RPA dat opstijgt van of landt op het Belgisch grondgebied.

Zijn er uitzonderingen?
Ja, die zijn er effectief! Zo bijvoorbeeld wanneer de RPA (drone) gebruikt wordt binnen een gebouw; drones die gebruikt worden door de politie, voor opsporingsoperaties, reddingsoperaties, enz…

Ook voor drones met een gewicht van minder dan 1 kg is deze regelgeving niet van toepassing, maar er moet dan wel voldaan worden aan bepaalde cumulatieve voorwaarden.

Samengevat kunnen we stellen dat het bij deze drones van minder dan 1 kg gaat om een recreatief gebruik en dat mensen van alle leeftijden ermee mogen vliegen.

De «klasse 2» vluchtuitvoering
Naast deze bovenstaande categorie van drones die minder dan 1 kg wegen en uitsluitend gebruikt worden voor recreatieve doeleinden, maakt de wet ook nog een onderscheid tussen het gebruik van klasse 1 en klasse 2.

Een «klasse 2 vluchtuitvoering» wordt door de wet omschreven als elke luchtvaartactiviteit waarbij een RPA met een maximale opstijgmassa van minder dan 5kg wordt gebruikt voor activiteiten zoals luchtfotografie, landmeetkunde en observatie en die een laag risico inhoudt voor de luchtvaartveiligheid, de veiligheid van personen en goederen op de grond.

Bij de klasse 2 exploitaties heeft men dus te maken met een «laag risico». Er zijn een heel aantal vereisten waaraan de piloot moet voldoen. We zetten ze hieronder op een rij:

  • De drone weegt minder dan 5 kg
  • De piloot moet ouder zijn dan 16 jaar
  • De drone mag niet hoger vliegen dan een hoogte van 45m (dit is 150 voet)
  • De vlucht mag niet uitgevoerd worden in een gecontroleerd luchtruim
  • Er mag niet boven steden, dorpen of gemeenten gevlogen worden
  • Er mag met de drone ook niet gevlogen worden boven personen of dieren.
  • De piloot moet altijd een visueel zichtbereik met de drone hebben
  • Voor de piloot is een opleiding verplicht. Zo moet hij een theorieopleiding volgen betreffende een aantal onderwerpen (bijvoorbeeld betreffende de wet op de privacy, navigatie, meteorologie, luchtvaartwetgeving,…)
  • De drone moet geregistreerd worden bij het zogenaamde 'Directoraat-generaal Luchtvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer' (afgekort het DGLV)
  • Naast deze theorieopleiding moet de piloot ook slagen voor een praktijktest.
  • De piloot moet ten allen tijde rekening houden met de algemene veiligheidsmaatregelen. Dit houdt in dat hij de privacy van de mensen moet respecteren; dat hij niet boven mensen vliegt; dat hij vóór het opstijgen de drone steeds controleert; dat hij niet hoger vliegt dan wettelijk toegestaan is; …
  • De piloot is ertoe gehouden om een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid af te sluiten.

Wordt vervolgd!

Als zelfstandig juriste verzorgt Solange Tastenoye algemene juridische dienstverlening voor bedrijven, particulieren en zelfstandigen en verenigingen. Haar specialisatie is burgerlijk recht.