Offshore windenergie: een strategische groeisector

Offshore windenergie is een jonge, snel groeiende sector die, als geen andere, globaliseert en internationaal opereert. De knowhow en de efficiëntie zijn aanzienlijk toegenomen.

Trefwoorden: #Belgian Offshore Cluster, #getijdenenergie, #offshore windenergie

Lees verder

ee_art

( Foto: PDC )

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - Christophe Dhaene, voorzitter van de Belgian Offshore Cluster (BOC). “Net als watertechnologie is windenergie een strategische groeisector geworden.”

"Er is een zeer snelle doorontwikkeling. Men verwacht om de drie jaar een nieuwe, performantere turbine. Renewable energy en storage zijn nu onlosmakelijk verbonden. Storage is in volle ontwikkeling”, zegt Dhaene. Hij is CEO van e-BO Enterprises, een innovatie-integrator in telecommunicatie, control, safety & security oplossingen in hoofdzaak voor de offshore industrie. Daarnaast is hij voorzitter van de BOC-cluster. Die is in 2014 opgericht in Oostende en groepeert de toeleveranciers voor de offshore industrie. Eind 2018 telde BOC een 70-tal leden.

Alle concessiezones ingekleurd
Voor eind 2020 zijn er nog drie windturbineparken te bouwen: Mermaid en Seastar van Otary worden als één grootschalig project (SeaMade) samen ontwikkeld. Voorts Northwester 2 van Parkwind. De huidige concessiezones hebben een totale capaciteit van 2,2 GW. De nieuw toegekende zones ‘richting Frankrijk’ zijn goed voor een capaciteit van 1,7 GW en zullen wellicht tegen 2030 operationeel zijn. Hierbij zullen grotere turbines gebouwd worden die evenwel dezelfde oppervlakte in beslag nemen. Alle concessiezones zijn inmiddels ingekleurd als zones waar vaste windturbines kunnen worden geïnstalleerd.

“Het aantal concessiezones voor de Belgische kust is beperkt. Daarom stelt BOC zich ook open voor buitenlandse concessies. Zo waren we in 2016 voor de eerste maal aanwezig op WindEnergy Hamburg, dé tweejaarlijkse internationale vakbeurs rond windenergie. Dit jaar had ons land met een paviljoen van 500 m² (na de Denen die een volledige hal hadden afgehuurd) de grootste vertegenwoordiging. De vakbeurs trekt een 35.000-tal bezoekers waaronder enkele duizenden Belgen. In eigen land organiseren we de Belgian Offshore Days, met een 50-tal Belgische toeleveranciers en een 600-tal bezoekers”, zegt Dhaene. (*)

“Er zijn niet zoveel industriële sectoren, zoals windenergie, waar nog een levenscyclus van 20 à 25 jaar kan worden vooropgesteld…”, aldus Christophe Dhaene van de Belgian Offshore Cluster.

SeaMade
Begin december bereikte SeaMade NV een financial close voor haar 487 MW offshore windpark in de Belgische Noordzee. Deze samenwerking tussen Otary, ENGIE Electrabel en Eneco Wind Belgium staat in voor de gelijktijdige ontwikkeling van zowel de Mermaid als de Seastar offshore windparken, het grootste windmolenpark ooit gefinancierd en gebouwd in België.

Beide projecten bevinden zich 40-50 km uit de kust en worden geëxploiteerd en onderhouden vanuit het logistieke centrum Otary in de haven van Oostende. Tot de aandeelhouders van Otary (dat een meerderheidsbelang heeft in het SeaMade-project) behoren o.m. bagger- en waterbouwkundige specialist DEME uit Zwijndrecht, groene energie-actoren Aspiravi en Elicio, en investeringsbedrijven, gesteund door gemeenten en regionale overheden.

Leerproces
“Slechts twee jaar na de financial close van het Rentel offshore windproject (waarvan de bouwactiviteiten afgelopen zomer werden afgerond) is het bereiken van de financial close voor Mermaid en Seastar volledig op schema”, aldus Mathias Verkest, CEO van SeaMade. “De financiering werd in een recordtempo opgehaald. Het projectteam kon zich beroepen op recente ervaringen en gaat het engagement aan om het windpark tegen 2020 te bouwen. De werkzaamheden op zee worden opgestart in de zomer van 2019. Er zullen 58 windturbines met een totaalcapaciteit van 487 MW worden gebouwd. Ze zullen via twee offshore-substations verbonden zijn met het Elia Modular Offshore Grid.

“De financiering van het SeaMade-project werd in een recordtempo afgesloten”, aldus Mathias Verkest van SeaMade. (Foto: van der Kloet foto & Videoproducties/SeaMade)

Vanaf 2020 zal SeaMade hernieuwbare energie leveren voor 485.000 huishoudens. Een reductie van meer dan 500.000 ton CO2-uitstoot per jaar is mogelijk.” Het project wordt gefinancierd door een groep van publieke en private investeerders, geruggensteund door een internationaal kredietconsortium bestaande uit de EIB, het Deense EKF en 15 commerciële banken.

Drijvende windturbines
De risico’s verbonden aan de huidige windturbineparken zijn voldoende bekend en onder controle. Floating windturbines (gemonteerd op een drijvende constructie waardoor ze veel dieper in zee geplaatst kunnen worden) zitten nog in de onderzoeksfase. Al vormen zij wel de volgende ‘wave’ voor offshore energie. Er wordt redelijkerwijze aangenomen dat de installatiekosten en ook de Operate & Maintenance kosten bij floating wind interessanter zijn dan bij vaste funderingen.

Groot onderhoud moet namelijk niet noodzakelijk op zee gebeuren: drijvende windparken worden dieper in zee gebouwd, op windrijke plaatsen en onafhankelijk van de waterdiepte of ondergrond. Deze drijvende structuren kunnen ook tijdelijk terug aan land worden gebracht met gebruikelijke sleepboten, om in een veilige haven te worden onderhouden. Omdat drijvende funderingen pas in waterdieptes vanaf pakweg 50 m zinvol inzetbaar worden, is in onze contreien, met waterdieptes van 20 tot 40 m, floating wind vooralsnog een minder geschikte technologie.

Waterstof
Het opslaan van de opgewekte windenergie wordt een integraal onderdeel van het productieproces. Denk aan batterijeilanden maar ook het aanwenden van de restenergie, die niet onmiddellijk door het net opgenomen wordt, voor de elektrolyse of productie van waterstof als opslagmedium dat naderhand of elders weer verbrand kan worden. In Vlaanderen wordt jaarlijks circa 207 kton waterstof geproduceerd uit aardgas en gebruikt in de petrochemie, voeding, staal, elektronica,…

Deze ‘grijze’ waterstof zou minstens ten dele door ‘groene’ vervangen kunnen worden. Ook zijn er tal van andere toepassingen mogelijk, zo blijkt o.a. uit de recente studie “Het potentieel voor groene waterstof in Vlaanderen. Een routekaart” die Waterstofnet en Hinicio in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap (VEA) verzorgden. Fluxys zou nu al waterstof als bijmenging kunnen injecteren in, of afnemen van zijn gasnet.

Stromings- en getijdenenergie
Een compleet andere offshoretechnologie is deze van de golf- en getijdenenergie. Er lopen Europese proefprojecten. “Indien de technologie rond floating wind zich niet had doorgezet, was de push voor golf- en getijdenenergie er vroeger geweest. Wat niet betekent dat we hier op onderzoeksvlak geen toegevoegde waarde kunnen leveren”, zegt Dhaene. Het Wetenschapspark in de Haven van Oostende en de Coastal Engineering Research Group van UGent doen hierop onderzoek.

In het UpWave-project wil die laatste een golfenergieconvertor van 1 MW ontwikkelen, gebaseerd op het kleinschaliger prototype van een Deens bedrijf. Het gaat om een point-absorber technologie waarbij een reeks halfbolvormige boeien op en neer worden getild door de golven en daarbij een generator aandrijven. De technologie is vandaag noch matuur, noch rendabel vergeleken met offshore windenergie.

“Er zijn zelfs denkpistes om de windturbinetechnologie en die voor golf- en getijdenenergie te combineren. De vaste infrastructuur voor windturbines op zee kan voor meerdere doeleinden worden aangewend. Zo werd er binnen het Mermaid-project een testzone speciaal voorbehouden voor het produceren van golfenergie”, aldus Dhaene.

Voor eind 2020 zijn er nog drie windturbine-parken (Mermaid en Seastar van Otary en Northwester 2 van Parkwind) te bouwen. (Foto: e-BO Enterprises)

Smeltkroes
Een windturbinepark is een smeltkroes van meer dan 40 verschillende technische disciplines. “Er is niet enkel een acute nood aan gespecialiseerde medewerkers, ook aan nog meer gespecialiseerde toeleveranciers. Ik denk bv. aan mechanische toepassingen (speciale ‘reuzenbouten’, heavy duty lastoestellen, …), elektrische installaties op zee, geluidsarme heisystemen die de aanwezige fauna en vispopulatie minder verstoren”, zegt Dhaene. In de nieuwe concessiezones wordt al rekening gehouden met deze natuurlijke rijkdommen.

Investeringsvooruitzichten
De financial closes voor de geplande windenergieparken zijn rond. De financiering van de nieuwe zones zal geen problemen opleveren. Wel zal er voor de eerste maal gebouwd worden zonder overheidssubsidiëring in de vorm van groenestroomcertificaten.

Volgens de BOC-voorzitter is dit, in de Europese context, een ongunstige evolutie: “Zelfs in een land als Denemarken, dat toch de toon zet in deze sector, is er een andere vorm van subsidiëring of indirecte financiering door de Deense staat. Het wegvallen van de overheidssubsidiëring zou op termijn wel eens tot gevolg kunnen hebben dat enkel de grotere Europese spelers zoals Ørsted (het vroegere Dong) nog aan bod komen, en dat kleinere Belgische concessiehouders, bijvoorbeeld, uit de boot vallen”, zegt Dhaene.

“Een pluspunt voor onze sector is dat met DEME en Jan De Nul Group, twee van de vier grote marktspelers in de sector Belgisch zijn. Naast het bouwen van de windturbines zijn waterwerken bovendien de hoofdactiviteiten in de offshore business. Bij een tender voor een buitenlandse concessie, in pakweg Taiwan, kunnen zij de Belgische offshore industrie mee op sleeptouw nemen. Overzee zijn er vaak weinig of geen gespecialiseerde toeleveranciers voor dergelijke projecten, wat perspectieven biedt voor onze Belgische toeleveringsbedrijven. Het onderzoek rond windenergie moet blijvend gestimuleerd worden zodat de sector zich verder kan ontplooien. Er zijn momenteel niet zoveel industriële sectoren waar, zoals in windenergie, nog een levenscyclus van 20 à 25 jaar kan worden vooropgesteld.”


Door Philip Declercq
(*) De Belgian Offshore Days 2019 vinden plaats op 20 en 21 maart in Ostend Sea P’lace (Hippodroom) Oostende.

Kadertekst
Getijdenenergie
Orbital Marine Power Ltd (het vroegere Schotse Scotrenewables Tidal Power) ontwikkelt getijdenturbines. Na de kleinschalige demoturbine SR250 (250 kW) introduceerde het in 2016 ’s werelds grootste stromingsturbine SR2000 met een vermogen van 2x1 MW. Orbital en toeleverancier SKF kregen onlangs €1,2 miljoen van European Ocean Energy ERA-NET fonds voor een project om de hoek van de onderwater turbines nog nauwkeuriger aan te sturen en daarmee de prestaties te verbeteren van zijn drijvende stromingsturbine. (Foto: SKF)