Duurzaam innoveren met textiel

Met 1.818 exposanten uit 59 landen handhaaft het tweejaarlijkse Techtextil-Texprocess (Frankfurt) zich als de belangrijkste internationale vakbeurs voor textiel en soepele materialen.

Trefwoorden: #circulaire economie, #Techtextil, #Texprocess, #textiel

Lees verder

Magazine

( Foto: KM )

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - Ook de 42.500 bezoekers uit 105 landen waren goed voor een nieuw record. De organisatoren vroegen exposanten expliciet om duurzaamheid op hun agenda te zetten. Twee winnaars wonnen de Innovation Award in de categorie ‘duurzaamheid'.

Een van die winnaars was het Belgische Centexbel, met Bio4self. Het expertisecentrum ontwikkelde dit thermoplastisch composietmateriaal in samenwerking met het Deense Comfil, de Technische Universiteit Denemarken, het Slovaakse Chemosvit Fibrochem en het Duitse Fraunhofer ICT. Centexbel coördineerde deze samenwerking in het kader van een Europees project.

Eerder dit jaar won Bio4self ook al de Innovation Award op de Parijse JEC-composietbeurs. Bio4self is een biogebaseerd, eenvoudig te recycleren en 'zelfversterkt' composietmateriaal, opgebouwd uit twee soorten PLA (polymelkzuur) vezels met verschillende smelttemperaturen. PLA worden geproduceerd uit plantaardige grondstoffen zoals maiszetmeel of suikerriet.

Smelttemperatuur
Het PLA met lage smelttemperatuur fungeert in de toepassing van Centexbel als matrix en het PLA met hoge smelttemperatuur en stijfheid als vezelversterking. Beide PLA’s worden met elkaar verweven en daarna verhit tot boven de laagste smelttemperatuur. Daardoor vervloeien de matrixvezels in elkaar en krijgt het (daarna af te koelen) combinatieproduct de gewenste eigenschappen, zoals zijn hoge mechanische sterkte.

De projectpartners vonden oplossingen voor zowel de verwerking van beide PLA’s als voor de procescondities (consolidatie en thermoforming) voor de industriële productie van het composietmateriaal. Verder stelden ze de smeltextrusie op punt en slaagden ze erin het materiaal vochtresistent te maken. "Hiermee wordt PLA opgewaardeerd als materiaal voor meer technische en meer veeleisende eindtoepassingen, zoals automotive en huishoudelektronica, en biedt het ook mogelijkheden voor onder meer sport, transport en medische hulpmiddelen," zegt onderzoeker Jonathan Costenoble.

Duurzaamheidsprijs voor Bio4self. Jonathan Costenoble en Jan Laperre (Centexbel) naast hun autozetelschelp in ‘PLA van soorten’.

Interessant is ook de kostprijs. Die zou veel lager liggen dan die van op koolstofvezels gebaseerde composieten. Een ander pluspunt is de commerciële beschikbaarheid van de basismaterialen en de nodige machines. Hierdoor is de productie industrieel opschaalbaar. De gebruikte PLA’s zijn niet alleen biogebaseerd maar ook recycleerbaar en geschikt voor industriële compostering.

"Ons Bio4self-composiet voldoet aan de vereisten voor bestaande zelfversterkte polypropyleen (PP) composieten," legt general manager Jan Laperre (ook voorzitter van de Innovation Award jury) uit. "Ze hebben een stijfheid van 4 GPa. Dat is vergelijkbaar met die van PP."

Een gemiddelde auto telt ongeveer veertig onderdelen die bestaan uit vezelachtige en vezelversterkte materialen. Zowat een derde van de standhouders op Techtextil toonde toepassingen voor de automotive sector. Niet toevallig illustreerde Bio4self zijn award met de schelp van een passagierszetel in het nieuwe composietmateriaal.

Picasso in Portugal
De tweede award voor duurzame innovatie ging naar Picasso. Deze Portugese coöperatie ontwikkelde een manier om kleding te verven en tegen de inwerking van bacteriën te behandelen, gebaseerd op plantenextracten, schimmels en enzymen. Ze mikt op markten met grote ecologische gevoeligheid. De coöperanten zijn het Portugese centrum voor nanotechnologie en slimme materialen (CeNTI), het Citeve textieltechnologie center, de specialist in duurzaam textiel Tintex, kruiden- en specerijenproducent Ervital en het biotechnologiebedrijf Bioinvitro Biotecnologia.

"We gebruiken alleen plantaardige basismaterialen die niet in aanmerking komen voor voedselproductie," verklaren CTO Carla Silva en relatieverantwoordelijke Cristina Castro. "Het gaat bijvoorbeeld om kurkpoeder." In vergelijking met traditionele chemische verfstoffen kunnen de Picasso-verfstoffen bij lagere temperaturen worden aangebracht en wordt bij het verven veel minder water verbruikt of vervuild.

Carla Silva is innovatief met kurk in het prijswinnende Picasso-project.

In de categorie 'nieuwe materialen' bekroonde de vakjury een ander Portugees bedrijf. Ook Sedacor maakt gebruik van het typisch Portugese landbouwproduct dat kurk is. Het ontwikkelde hiermee een nieuw garen, Cork-a-Tex. In vergelijking met bestaande kurkgebaseerde textielmaterialen is Cork-a-Tex vrij soepel. Het belangrijkste toepassingsgebied is de interieurafwerking maar Sedacor mikt hiermee ook op de modewereld.

Textile mining
Het Deutsche Textilforschungszentrum Nord-West (Krefeld) won de trofee voor 'nieuwe technieken.' Het onderzoekscentrum pakte onder de hoofding 'textile mining' uit met nieuwe filtertechnieken om op een goedkope manier te voorkomen dat kostbare metalen zoals goud, platina en palladium tijdens productieprocessen worden weggespoeld met het afvalwater. Dat komt van pas in onder meer galvanisatieprocessen en in elektro-coating.
De volgende Techtexil-Texprocess gaat door van 4 tot 7 mei 2021.


Door Koen Mortelmans

Kadertekst 1
Slimme handschoen
Robert Bosch GmbH en H. Stoll AG vingen een innovatieprijs voor hun naadloos geweven sensorhandschoen waarmee de drager machines maar ook AR/VR-toepassingen kan aansturen. Medische applicaties, voor revalidatie-oefeningen, bijvoorbeeld, worden eveneens in het vooruitzicht gesteld.

De prijs voor nieuwe toepassingen ging naar de E-Caption 2.0 slimme jas van de Portugese Beira Interior University. De jas moet operatoren die aan antennes werken beschermen tegen radiosignalen. Het textiel vangt de RF-energie op en LED’s zetten die om in licht dat de dosis aangeeft.


Kadertekst 2
Circulaire economie

Utexbel (Ronse) smijt zich op de circulaire economie. Het stapte hiervoor in het Europese samenwerkingsproject Retex. "In het noordoosten van Frankrijk en in België zijn vooral kleine en middelgrote bedrijven actief in de textielsector," aldus Jean-Luc Derycke, directeur duurzame ontwikkeling bij Utexbel. "Hun schaal is dikwijls te bescheiden om een samenhangend circulair beleid te voeren."

Wij zetten een productielijn op met gerecycleerde vezels voor kleding in de zorgsector, aldus Jean-Luc Derycke, directeur duurzame ontwikkeling bij Utexbel uit Ronse.

Hij verwijst daarbij naar onder meer de identificatie, het inzamelen en sorteren van het geschikte materiaal. Vooral katoen en polyester komen nog in te grote mate bij het afval terecht. Afzetmarkten voor circulaire producten zijn er in elk geval. Dat blijkt onder meer uit openbare aanbestedingen. Utexbel slaagde erin een productielijn op te zetten voor kleding voor de zorgsector.

De Nederlandse kledingfabrikant Van Moer zamelt in Nederlandse hospitalen versleten zorgkledij in. In een beschermde werkplaats worden knoppen, ritsen en andere gekleurde delen verwijderd. Een Frans bedrijf rafelt het overblijvende materiaal uit tot vezels. Utexbel vermengt die vezels met verliesmateriaal uit de eigen productieprocessen, met vers katoen en gerecycleerd pet-materiaal. Het eindresultaat is een vezelmengsel van 67% polyester en 33% katoen. Daarmee maakt het garens, die het dan weer aan Van Moer levert.

"De nieuwe zorgkledij die Van Moer ermee maakt is bijna 100% wit," zegt Derycke. "Alleen van heel dichtbij zie je soms een fijne kleurnuance." Hij ziet nog ruimte voor verbetering. "Er komt nog altijd een groot deel van de oude kleding bij het afval terecht, in de vorm van weefselresten en katoenstof."