• 05/03/2012

Ing Karel De Wever MSc: 'Europa 2020: naar een slimme, duurzame en inclusieve groei'

Er kan over de Europese Unie getwijfeld worden, maar feit is dat ze steevast een lange termijn-koers uitzet.

Lees verder

Columns

Zo introduceerde de Commissie in maart 2010 haar Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en ‘inclusieve groei’. Wat orming betreft, behoort Vlaanderen alvast tot de besten van de klas.

Die strategie legt concrete streefdoelen voor het volgende decennium vast op gebieden zoals werkgelegenheid, onderwijs, energieverbruik en innovatie. Uiteindelijk doel is de gevolgen van de financiële crisis weg te werken en de economische groei in Europa weer aan te zwengelen. Om de vooruitgang op het gebied van de Europa 2020-doelstellingen te meten is een aantal kerndoelstellingen bepaald.

Zo moet 75% van de bevolking tussen 20 en 64 jaar in 2020 werk hebben. Dit kan onder meer worden bereikt met doorgedreven opleiding: het percentage vroegtijdige schoolverlaters moet tot maximum 10% beperkt blijven en ten minste 40% van de 30 tot 34-jarigen zal in 2020 een einddiploma hoger onderwijs op zak moeten hebben.

Dit betekent meteen dat, ten opzichte van nu, ten minste 20 miljoen mensen minder het slachtoffer van armoede en sociale uitsluiting zullen zijn.

20-20-20 strategie
Maar ook de industrie moet een ‘behoorlijke’ duit in het zakje doen. Drie procent van het EU-bbp zal worden geïnvesteerd in O&O. Bovendien wil Europa vooral op gebied van de klimaatverandering en energie vooruitgang boeken: 20% of zelfs 30%, als de omstandigheden het toelaten, minder uitstoot van broeikasgassen dan in 1990, 20% van de energie uit duurzame energiebronnen halen en 20 % meer energie-efficiëntie behalen.

Deze opsomming geeft meteen een algemeen beeld waar de EU tegen 2020 op belangrijke punten moet zijn. Het zijn gemeenschappelijke doelstellingen die met een combinatie van nationale en EU-maatregelen nagestreefd worden. Ze bevorderen ook elkaar. Beter onderwijs komt de werkgelegenheid ten goede en vermindert armoede.

Meer onderzoek, ontwikkeling en innovatie in de economie, in combinatie met een efficiënter gebruik van hulpmiddelen, verbetert onze concurrentiekracht en zorgt voor banen. Investeren in schone energie bestrijdt klimaatverandering en schept nieuwe kansen voor bedrijven en werknemers.

Nationale hervormingsprogramma’s
De Commissie komt ieder jaar in januari met een jaaroverzicht van de groeicijfers. Dit overzicht is de belangrijkste informatiebron voor het debat over Europa 2020 op de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad. Naast de geboekte vooruitgang analyseert het de vooruitzichten op budgettair, macro-economisch en thematisch gebied.

Elk jaar in april, dus inmiddels gebeurd, leggen de EU-landen nationale hervormingsprogramma’s voor om de gestelde doelen te halen. Ze bevatten de plannen om ze te halen en om factoren die de groei belemmeren, te elimineren. Verder maken ze duidelijk wie wanneer welke maatregelen moet nemen en hoeveel die kosten.

De Commissie geeft vervolgens elk jaar in juni aan landen specifieke aanbevelingen die deel uitmaken van nationale verslagen of van het verslag voor de hele eurozone. Het komt ook voor dat de Commissie aanbevelingen doet voor een langere periode, bijvoorbeeld twee jaar, zodat er voldoende tijd is voor ingrijpende hervormingen.

België scoort hoog op onderwijs
We zijn niet overal de beste leerlingen in de klas maar wél wat vorming betreft, een thema dat VIK (en recent IE-NET) bijzonder interesseert. Ruim 43% van de 30-34 jarigen heeft een diploma hoger onderwijs. Hiermee scoort Vlaanderen vandaag al hoger dan de Europa 2020-doelstelling van 40%. Om dit percentage tegen 2020 nog te verhogen tot 47,8% wordt o.a. ingezet op een verdere democratisering van het hoger onderwijs. Door ook gebruik te maken van afstandsonderwijs wordt de combinatie van leren en werken nog vergemakkelijkt.

De Vlaamse Regering heeft bovendien een plan uitgetekend voor de hervorming van het hoger onderwijs voor de komende 12 jaar. Het plan zal operationeel zijn vanaf het academiejaar 2013-2014 en omvat o.a. de integratie van alle masteropleidingen in de universiteiten om op die manier de binaire structuur van het hoger onderwijs te versterken. Zoals bekend is dit proces thans al in volle gang voor de ‘industrieel ingenieurs’. Extra middelen zullen ook vrijkomen voor de professionele bacheloropleidingen aan de hogescholen en voor het praktijk gebaseerd onderzoek aan diezelfde hogescholen.

Andere maatregelen die een verbetering van de kwaliteit van de onderwijssystemen beogen is ervoor zorgen dat iedere burger de sleutelcompetenties verwerft die nodig zijn in de kenniseconomie waaronder ICT-vaardigheden en competenties voor levenslang leren.