• 25/10/2012

Solange Tastenoye: «Bescherming van werknemersuitvindingen»

In onze huidige maatschappij wordt steeds getracht om de concurrentie binnen de eigen sector steeds een stapje voor te blijven en om te proberen met nieuwigheden voor de dag te komen.

Trefwoorden: #auteursrechten, #werknemersuitvindingen

Lees verder

Columns

Hiertoe wordt steeds gezocht naar nieuwigheden, bijzondere uitvindingen of kennis die hierbij kunnen helpen. De vraag die de bedrijfsleider zich vaak stelt is aan wie deze uitvindingen dan precies toebehoren?

Vallen computer-programma’s onder het Auteursrecht?
Volgens onze wetsregels kunnen computerprogramma’s beschermd worden door onze Auteurswet; net zoals dit het geval is voor letterkundige werken. Dit houdt in dat ook voor computerprogramma’s het voorwerp of de creatie een vorm moet hebben aangenomen; het moet dus 'gematerialiseerd' zijn en dit op een zodanige wijze dat het aan anderen kan medegedeeld worden.

Het auteursrecht beschermt de vorm of de uitdrukking van een idee, maar dus nooit het idee zelf. Dit houdt in dat een 'idee' nog steeds door iemand anders kan gebruikt worden. Bovendien moet het computerprogramma ook 'origineel' zijn. Het auteursrecht beschermt alleen een origineel en oorspronkelijk werk. Er moet dus aangetoond worden dat het computerprogramma een intellectuele creatie is die eigen is aan de maker.

Wat indien een werknemer een uitvinding doet?
'Intellectuele eigendomsrechten' hebben geen materieel voorwerp: zij hebben betrekking op een intellectuele prestatie. Daarom wordt de 'intellectuele eigendom' gedefinieerd als een voortbrengsel van de menselijke geest. Dergelijke intellectuele eigendom kan echter wel exclusieve rechten doen ontstaan. De vraag stelt zich of bijvoorbeeld een uitvinding van een werknemer die in dienst staat van zijn werkgever, zal beschermd worden. Aan wie komen dan de vermogensrechten toe: aan de werkgever of aan de werknemer die de uitvinding deed?

In ons land bestaat er geen specifieke wetgeving voor het geval een werknemer een uitvinding doet in dienstverband. Dit brengt met zich mee dat beide partijen (werkgever en werknemer) vrij zijn om hieromtrent een regeling te treffen en een contract dienaangaande af te sluiten. Een dergelijke regeling wordt vaak opgenomen in de arbeidsovereenkomst welke werkgever en werknemer afsluiten. In vele gevallen voorziet deze arbeidsovereenkomst dat de rechten op de uitvindingen die de werknemer doet tijdens het uitvoeren van zijn arbeidsovereenkomst, aan de werkgever zullen toekomen.

Doch ook nog vele arbeidsovereenkomsten bevatten hieromtrent geen bepalingen, zodat men zich de vraag kan stellen wie dan over de rechten de op uitvinding zal beschikken? Daar er hieromtrent geen wettelijke bepalingen voorhanden zijn, moet men nagaan wat de rechters in dergelijke gevallen in de praktijk beslissen. Zij hanteren enkele regels welke door de jaren heen werden uitgewerkt. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten van uitvindingen, nl de dienstuitvindingen, de afhankelijke uitvindingen en de vrije uitvindingen.

Met de 'dienstuitvindingen' wordt bedoeld elke uitvinding die het rechtstreekse gevolg is van de uitvoering van de taken door de werknemer in opdracht van zijn werkgever. Bij deze categorie van uitvindingen wordt ervan uitgegaan dat de vermogensrechten toekomen aan de werkgever. Deze laatste moet geen vergoeding betalen aan zijn werknemer daar de uitvinding eigenlijk het resultaat is van het uitvoeren van de arbeid door de werknemer. Men rekent er wel op dat de werknemer zich te goeder trouw gedraagt en dat hij zijn werkgever direct op de hoogte brengt van zijn uitvinding. Op die manier kan de werkgever stappen ondernemen om de uitvinding te laten beschermen.

Bij de 'afhankelijke uitvindingen' is er slechts een bepaald verband met de taken die door de werknemer moeten uitgevoerd worden. Aan wie hier de vermogensrechten toebehoren, is niet duidelijk. Hier is de rechtspraak niet unaniem, sommige rechters vinden dat de vermogensrechten toebehoren aan de werkgever, anderen vinden dat ze toekomen aan de werknemer!

Tot de categorie van 'de vrije uitvindingen', behoren dan alle overige uitvindingen. Het gaat om uitvindingen die de werknemer doet in zijn vrije tijd en met zijn eigen middelen. Deze uitvinding behoort hem toe en het zal alleen de werknemer zijn die het recht heeft om zijn uitvinding te laten beschermen!

Wat met computerprogramma’s geschreven door een werknemer?
Wordt het programma gemaakt door de werknemer tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of tijdens een specifieke opdracht, dan behoren de vermogensrechten toe aan de werkgever. Wel bestaat de mogelijkheid dat de partijen hieromtrent een andere regeling treffen.