• 27/09/2013

Vlaamse bedrijven die investeren betalen minder onroerende voorheffing

Ondernemingen die komende 3 jaar investeren in machines en outillage kunnen tot tien procent besparen. Dat is gevolg van door minister Muyters en de Vlaamse regering genomen maatregel.

Trefwoorden: #economie, #libeer, #materieel, #Muyters, #outillage, #voka

Lees verder

Nieuws

( Foto: Engineeringnet )

ENGINEERINGNET.BE – Concreet komt het er op neer dat de onroerende voorheffing op machines en uitrusting met 15 miljoen euro extra per jaar zal verminderd worden voor de bedrijven die in aanmerking komen.

Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, is alvast tevreden. Hun oude eis tot afschaffing van deze onroerende voorheffing is dan wel niet meteen gerealiseerd, toch spreken ze tevreden van een dubbele winsituatie.

Jo Libeer, gedelegeerd bestuurder van Voka, stelt dat deze maatregel enerzijds de lasten op ondernemingen verlaagt en anderzijds nieuwe investeringen promoot.

"Het is een belangrijk signaal van de Vlaamse regering dat ze het behoud van onze industrie nog altijd als een prioriteit ziet”, aldus Libeer. Bedrijven die fors investeren in uitrusting kunnen teller voor deze onroerende voorheffing zelfs op nul zien komen te staan.

Jaarlijks kost deze taks ongeveer 200 miljoen euro aan iets minder dan 17.000 Vlaamse bedrijven. Omgerekend is dat zo'n 12.000 euro per onderneming.

Hier zit echter wel wat speling op. Het spreekt voor zich dat kapitaalintensieve ondernemingen meer onroerende voorheffing betalen op hun machines en uitrusting.

Hoeveel een bedrijf net kan besparen hangt af van hun investeringstempo en van het nog belastbare kadastrale inkomen. Uit berekeningen van Voka zou dit jaarlijks kunnen neerkomen op een gemiddelde daling van de onroerende voorheffing van 5 tot 10 procent voor een onderneming die zijn machinepark om de tien à vijftien jaar vernieuwt.

Bedrijven die fors investeren in uitrusting kunnen hun teller voor deze onroerende voorheffing zelfs op nul zien komen te staan.

Twee voorbeelden
Een industriële onderneming (omzet 260 miljoen) betaalt in 2012 in totaal 880.000 euro aan onroerende voorheffing op materieel en outillage aan haar provincie en gemeente. De onderneming voorziet in 2014 voor ongeveer 10 miljoen euro aan investeringen in machines en uitrusting. Als gevolg daarvan zal ze volgend jaar ongeveer 80.000 euro minder belasting betalen. Een vermindering met ongeveer 9,5 procent.

De volgende jaren valt het investeringsritme terug tot 4 miljoen euro. Dit betekent nog steeds een jaarlijkse besparing van ongeveer 30.000 euro. De onderneming zal aan dit tempo zijn resterende onroerende voorheffing materieel en outillage afbouwen in 20 jaar. Indien bestaand materieel en outillage buiten gebruik wordt gesteld, zal de afbouw sneller plaatsvinden.

Een middelgroot bedrijf met een omzet van 45 miljoen op jaarbasis betaalt in 2013 onroerende voorheffing materieel en outillage voor 74.000 euro. Ze gaat de volgende jaren telkens 2 miljoen euro investeren in materieel en outillage. Dat zal telkens een extra vermindering van onroerende voorheffing opleveren van ongeveer 16.000 euro. In een periode van 5 jaar zal deze onderneming zo de onroerende voorheffing materieel en outillage afbouwen.


(Dominique De Vos)