PMV gelooft in potentieel Belgische windturbinebouwer XANT

Vlaamse investeringsmaatschappij neemt participatie in XANT, een constructeur die middelgrote windturbines van 60 tot 500 kW bouwt volgens het JEEP-principe: Just Enough Essential Parts.

Trefwoorden: #3d, #duurzaam, #energie, #runacres, #vyncke, #windmolen, #windpark, #Windturbine, #xant

Lees verder

Nieuws

( Foto: 3E )

ENGINEERINGNET.BE – Enkele maanden na de installatie van eerste prototype bij ketelbouwer Vyncke, is het jonge bedrijf XANT erin geslaagd de investeringsmaatschappij PMV te overtuigen van zijn businessplan. De deal is al op 10 juli afgesloten, maar werd nu eerst bekendgemaakt.

PMV neemt via zijn Tina-fonds een participatie van 999.990 euro in het kapitaal en kent tegelijkertijd een lening van 1 miljoen euro toe. XANT is een joint venture tussen het technologiebedrijf in hernieuwbare energie 3E, de Harelbeekse ketelbouwer Vyncke en durfkapitalist Jo Versavel.

De joint venture wil met zijn middelgrote windturbine van 60 tot 500kW op termijn naar de wereldmarkt en met name de groeilanden, maar mikt ook op lokale industriële en land/tuinbouwbedrijven.

De achterliggende idee is die van een modulair samenstelbare windturbine. De XANT-ingenieurs ontwierpen de machine volgens het JEEP-principe – 'Just Enough Essential Parts' - waardoor alle negen componenten in één 40 voet container passen.

Essentieel voor de wereldmarkt en met name de verkoop in verafgelegen gebieden: de hele constructie kan zonder (dure) kraan rechtgezet worden. De lege container kan bovendien achteraf dienst doen als onderhoudsatelier of controlekamer.

De naam XANT is afgeleid van de voornamen van de ingenieurs die de turbine ontwierpen: Xavier Vanwijck, Alex De Broe, Nathalie Picot en Thomas Duffey.


ACHTERGROND
Middelgrote windturbines zijn een min of meer vergeten marktsegment tussen de kleine huis- en tuinturbines en de gekende grote industriële modellen. Toch lopen er enkele interessante projecten. Bijvoorbeeld Prof. dr. Mark Runacres van de VUB, Faculteit Ingenieurswetenschappen, onderzocht onlangs nog de haalbaarheid van kleine en middelgrote windturbines op hoge gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Op vier torengebouwen bleken de gemeten windsnelheden vergelijkbaar te zijn met die van de Belgische kust op een tiental meter boven de grond. Zijn conclusie: 'de tijd is rijp voor proefprojecten'. Ook 3D was bij dit project betrokken.