Succesvolle test nieuwe 5G/6G antennetechnologie

TU Eindhoven heeft een nieuwe antennetechnologie ontwikkeld die voor de extreem snelle vorm van 5G en diens opvolger 6G communicatie over al wat langere afstanden mogelijk maakt.

Trefwoorden: #5G, #6G, #antenne, #antennetechnologie, #basisstation, #communicatie, #data, #draadloos, #frequenties, #GHz, #laserbundel, #MaxWaves, #netwerken, #prototype, #radiobundel, #TU Eindhoven, #uitlijnen, #verbinding

Lees verder

research

( Foto: screen YouTube - MaxWaves )

ENGINEERINGNET.BE - De volgende generatie draadloze netwerken, 5G, werkt in de eerste fase met relatief lage frequenties. Maar: hoe hoger de frequentie, hoe meer data is te versturen.

Daarom wordt toegewerkt naar een vorm van 5G die bij hogere frequenties werkt: 26 GHz. Dan gaat de capaciteit gelijk een factor honderd omhoog, en dat is nodig voor bijvoorbeeld zelfrijdende auto’s.

De enorme toename van datasnelheid in 5G vereist dat draadloze verbindingen tussen basisstations ook een enorme capaciteit hebben, waarvoor nog hogere frequenties nodig zijn: 80 GHz.

Het probleem bij het versturen van signalen bij deze hoge frequenties is dat ze alleen op zeer korte afstand sterk genoeg zijn. TU Eindhoven werkt daarom aan antennes die signalen bij hoge frequenties – voor bijvoorbeeld 6G – over langere afstand mogelijk maken.

De technologie maakt gebruik van een reeks elektronisch gekoppelde antennes, die radiobundels elektronisch in de juiste richting sturen, gecombineerd met een schotelantenne die de energie focust en de afstand vergroot.

Die technologie is binnen TU/e-spin-off MaxWaves ontwikkeld tot een demonstrator, de eerste stap naar een prototype.

“De antennes bundelen meerdere radiogolven tot een zeer smal, sterke radiosignaal, vergelijkbaar met een laserbundel”, zegt Ronis Maximidis, TU/e-promovendus en medeoprichter van MaxWaves.

Daardoor is een 100 keer zo grote signaalsterkte mogelijk, waardoor op een zonnige dag een 5 keer grotere afstand is te halen.

De zeer hoogfrequente signalen vereisen dat de verzendende en ontvangende antennes normaliter precies goed naar elkaar gericht zijn, onder alle weersomstandigheden. Maximidis: “Ons systeem lijnt de antennebundels elektronisch uit, waardoor de schotels die de antennes bevatten niet mechanisch hoeven te bewegen.”

Onlangs is het systeem in de praktijk getest. Vanaf het dak op twee gebouwen op de campus van de TU Eindhoven is met de antennes succesvol een verbinding opgezet, over ongeveer 500 meter. De volgende stap is nu om een prototype te bouwen.


Video: