Nieuwe methoden voor verbeteren behandeling aneurysma

Onderzoek UTwente maakt het mogelijk om betere endoprothesen te ontwikkelen door inzicht te krijgen in wat er met zo'n vaatprothese gebeurt als deze geïmplanteerd is in een patiënt.

Trefwoorden: #aneurysma, #aorta, #bloedvat, #buikslagader, #CT-scan, #endoprothese, #endovasculair aorta reparatie, #EVAR, #implantaat, #Maaike Koenrades, #preklinische test, #pulsaties, #stents, #UTwente, #vaatprothese, #vaatwand

Lees verder

research

( Foto: screen YouTube - Ziekenhuis MST )

ENGINEERINGNET.BE - Een verwijding van de buikslagader, ofwel aneurysma aorta abdominalis, is een veel voorkomende aandoening. Als de verwijding toeneemt en niet behandeld wordt, kan deze doorbreken met een inwendige bloeding tot gevolg.

Maaike Koenrades promoveerde aan de Universiteit Twente met haar onderzoek naar het gedrag van endoprothesen: een kunststof vaatprothese met metalen stents die in patiënten met een verwijde aorta wordt geplaatst. Dit heet een endovasculair aorta reparatie (EVAR).

In verschillende onderzoeken is aangetoond dat het uitschakelen van het aneurysma van de bloedstroom door EVAR - het plaatsen van een endoprothese via de lies - op korte termijn betere resultaten geeft dan de meer ingrijpende open chirurgische methode.

Maar op lange termijn heeft 10 tot 20% van de patiënten een nieuwe ingreep nodig na EVAR. De endoprothese is bijvoorbeeld niet goed op zijn plek blijven zitten of er is een opening ontstaan tussen de endoprothese en de vaatwand, waardoor lekkage van bloed druk zet op het aneurysma.

De aorta is constant in beweging door de pompwerking van het hart. De endoprothese–aorta combinatie wordt zo blootgesteld aan zo’n 40 miljoen pulsaties per jaar, wat de stabiliteit van deze combinatie op de proef stelt.

Er is tot nu toe weinig bekend over het dynamische gedrag van geïmplanteerde endoprothesen. Inzicht hierin helpt om de best passende endoprothese te kiezen voor een patiënt en om het ontwerp ervan te verbeteren.

Koenrades onderzocht het gedrag van endoprothesen na een EVAR-behandeling. In haar proefschrift zijn methoden ontwikkeld, gevalideerd en toegepast om de interactie tussen de endoprothese en het bloedvat te onderzoeken, op basis van hartslag gekoppelde CT-scans.

De nieuwe inzichten dragen bij aan een betere besluitvorming rondom de selectie, positionering en controle van endoprothesen. Ook kunnen ze leiden tot aanpassingen aan het ontwerp, waardoor in de toekomst de kans op complicaties zou kunnen verminderen.

Dit werk ondersteunt het ontwikkelen van realistischere preklinische tests en het ontwikkelen van duurzamere endoprothesen.