Golfslagenergie heeft wind niet in de wieken

De Noordzee wordt niet aanzien als gebied voor de ontwikkeling van golfenergie, vanwege de relatief lage intensiteit van de golven in vergelijking met Ierland, Portugal, Spanje en het VK.

Trefwoorden: #Flansea, #golfslagenergie, #Oostende, #windpark, #zonnepark

Lees verder

Magazine

( Foto: Laminaria )

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - De schattingen over het in de Noordzee aanwezige potentieel lopen nogal uiteen. Volgens Ewa, de Nederlandse sectororganisatie Energie uit Water, bieden de groeiende activiteiten voor het winnen van windenergie op de Noordzee en de geplande onderhoudseilanden wél interessante koppelkansen.

Deme, één van de belangrijkste Belgische investeerders in offshore windenergie en de Limburgse publieke holding Nuhma zijn actief betrokken bij enkele Schotse projecten voor getijdenenergie. Eerder was Deme, samen met het intussen verdwenen Electrawinds, Universiteit Gent, machinefabrikant Cloostermans, automatiseringsbedrijf Contec, silo- en tankbouwer Spiromatic, Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) en de haven van Oostende een van de trekkers van Flansea, een project om met een groot aantal boeien in zee energie op te wekken uit golfslagen. Maar na de eerste tests in het Waterbouwkundig Labo in Borgerhout en met een boei-golfenergieconvertor in de omgeving van Oostende werd het erg stil.

Divergerende visies over de verdere ontwikkeling van golfslagenergie betekenden het einde van Flansea, volgens Peter Troch. (Foto : Universiteit Gent)

Flansea
De 'Wave Pioneer' van Flansea was gebaseerd op de 'point absorber' technologie. Een drijflichaam, met een kabel in de zeebodem verankerd, volgt de beweging van de golf en zet de lineaire op- en neergaande beweging om in een rotationele beweging van een lier. Twee motoren in de boei fungeren als generatoren en zetten de mechanische energie om in elektriciteit. De praktijktests met een schaalmodel moesten nagaan hoe goed of slecht de mechanische onderdelen van het apparaat en de verankeringskabel bestand zijn tegen de golfslag en tegen koud zoutwater.

"Het Flansea-project is stopgezet wegens de verschillende visies van de consortiumleden over de verdere ontwikkeling van golfslagenergie," verklaart professor waterbouwkunde Peter Troch, die aan Universiteit Gent de fakkel overnam van pionier Julien De Rouck, intussen emeritus. "De commerciële partners zien snellere commerciële en minder risicodragende mogelijkheden in andere vormen van duurzame energieproductie.

De golfslagconvertor van Laminaria.

De techniek van offshore windturbines is niet alleen marktrijp, door de concentratie bij een beperkt aantal fabrikanten, wereldwijd is ze ook gestandaardiseerd. Die eenvormigheid beperkt de productiekosten van hele systemen. Een voorbeeld daarvan: alle grote turbines tellen drie wieken. Voor golfslagenergie blijven er nog heel wat, vooral technische problemen op te lossen. Bovendien heeft zowat elk bestaand toestel een andere structuur."

Robuustheid
"Vooral de overheidssteun is weggeëbd," zegt Peter Van den Bergh, die bij Deme Flansea coördineerde. "Niet onlogisch. Want door de technische ontwikkelingen werd offshore windenergie almaar goedkoper. Vandaag is windelektriciteit, als je de volledige levensduur van de centrales en hun ontmanteling meerekent, zelfs goedkoper dan kernenergie of stroom uit gasgestookte centrales.

Ook de verhouding met golfslag- en getijdenenergie is sterk geëvolueerd in het voordeel van wind. Deme is niet het enige Europese bedrijf dat zijn conclusies trok. Daarom zit getijdenenergie nu in de koelkast en golfslagenergie in de diepvries." Deme heeft wel nuttige ervaring opgedaan via Flansea. "Wij waren en zijn het gewend met robuust materieel robuuste constructies aan te brengen, zoals windturbines en havendammen. Energieboeien zijn veel minder robuust, maar moeten permanent bestand zijn tegen het woeligste deel van de zee. Onder water is het immers veel rustiger, net als hoog boven de golven."

Laminaria
Universiteit Gent blijft net als PMV en de haven van Oostende wel betrokken bij een ander Belgisch golfslagenergieproject. Het initiatief daartoe ging uit van Steven en Geert Nauwelaerts, die hiervoor in 2011 Laminaria oprichtten met thuisbasis op het wetenschapspark Bluebridge in Oostende. Aanvankelijk wilden ze twee verschillende convertoren ontwikkelen: een voor diep en een voor ondiep water.

Na verloop van tijd spitsten ze zich volledig toe op ondiep water. In 2015 was er al een testopstelling te zien nabij Oostende, vandaag streeft het Vlaamse bedrijf naar verdere tests vanaf de testsite Billia Croo van European Marine Energy Centre (Emec) op Mainland, een van de Orkney Eilanden ten noordoosten van het Schotse vasteland. Die zouden vanaf volgend jaar moeten plaatsvinden met een prototype op ware grootte.

Schotland
"We liepen heel wat vertraging op doordat de samenwerking met een hoofdaannemer spaak liep," zegt Steven Nauwelaerts. Laminaria steunt voor 30% op subsidies en voor 70% op overheidskapitaal. "Na een nieuwe kapitaalronde in 2017 konden we weer verder, met PMV, Clean Energy Innovative Projects (CEIP) en Qbic2 als partners. We trokken naar Schotland omdat we specifiek een convertor willen bouwen die bestand is tegen en kan blijven werken onder de zwaarste omstandigheden. Bovendien heeft golfslagenergie daar veel meer potentieel. Ten westen van de Britse Eilanden bedraagt dit wel 70 kW per meter, tegenover 40 kW voor de oceaan ten westen van Portugal en 5 kW voor de Noordzee. Hoe hoger het potentieel, hoe rendabeler de energiecaptatie kan zijn."

"Ondanks de opgelopen vertraging behoren we nog altijd tot de meest gevorderden”, zegt Steven Nauwelaerts bij Laminaria dat golfslagenergie wil oogsten.

Bij Emec worden meer installaties uit diverse Europese landen getest. "Wereldwijd schat ik dat er ongeveer tweehonderd projecten lopen voor het gebruik van golfslag als bron van hernieuwbare energieproductie," zegt Nauwelaerts. "Ondanks de opgelopen vertraging behoren we nog altijd tot de meest gevorderden. Belangrijk bij Emec is dat we daar ook de verbinding met het stroomnet op het vasteland kunnen testen." Laminaria is de eerste Belgische onderneming die op de Schotse testsite werkt. Vandaag staan de verankeringsmethode op de zeebodem, het katrollensysteem en de aftakas al op punt. De theoretische studies hiervoor zijn uitgevoerd door Universiteit Gent.

Academisch onderzoek
"Het academisch onderzoek is nooit stopgezet," stelt Troch. "We onderzoeken bijvoorbeeld welk effect de installatie van hele groepen boeien op de omgeving zou kunnen hebben. Kunnen die leiden tot het ontstaan van zones met luwere golven? En kunnen ze verzanding of erosie van de nabije kust in de hand werken? Of de afbraak van zandbanken?" Luwere golven kunnen de energie-opbrengst van een andere groep boeien verminderen. "Maar de door de energieboeien gecreëerde luwere zones zijn misschien wel interessant in combinatie met offshore windparken. Die worden dan gemakkelijker toegankelijk voor onderhoud."


Door Koen Mortelmans