”Ecovisie levert vaak net zoveel innovatie als duurzaamheid op”

Agoria begeleidt bedrijven bij hun transformatie tot Factory of the Future, waarbij 7 domeinen een cruciale rol spelen, zoals duurzaamheid. Hoe vullen bedrijven als BSH, ABEE en AMS dit in?

Trefwoorden: #ABEE Avesta, #Agoria, #AMS, #Audi, #BSH, #circulaire economie, #digitalisering, #duurzaamheid, #ecovisie, #elektrisch voertuig, #energiebesparing, #Factory of the Future, #hernieuwbare energie, #Umicore

Lees verder

Columns

( Foto: Agoria )

ENGINEERINGNET.BE - Veel bedrijven hebben de laatste jaren stappen gezet om hun energie- en materialenbeheer op punt te stellen.

Van energiebesparing en hernieuwbare energie tot het voorkomen van productieoverschotten en het aanpassen van design - om zo tot minder materiaal- en energieverbruik te komen.

Agoria ziet nu ook dat bedrijven naar de én-én kijken. Zo stelde Audi dat het wat gek was een topnotch elektrische wagen te produceren in een vervuilende fabriek. Verantwoordelijkheid, leiderschap en visie kwamen samen om van de vestiging in Vorst een klimaatneutrale productie-eenheid te maken.

Het gaat daar niet enkel om hernieuwbare energie of productieresten, maar ook over waterbuffering, aangepast design, KPI's gelinkt aan duurzaamheid, en AI om het proces op een aantal vlak verder te optimaliseren. Die én-én maakt dat bedrijven binnen hun organisatie meer over teams heen gaan samenwerken, maar ook met externe partners de cocreatie opdrijven.

Bruno Vermoesen van BSH Huishoudapparaten is eenzelfde mening toegedaan. Hij is als Senior Expert EU Governmental Affairs for Circular Economy de drijvende kracht achter pilootprojecten om de circulaire economie concreet te maken.

"Duurzaamheid zorgt op langere termijn ervoor dat een bedrijf relevant blijft. Ook spelen de toenemende druk vanuit wetgeving en maatschappij een rol, en het belang om op termijn zo onafhankelijk mogelijk te worden van het gebruik van primaire grondstoffen."

"We kijken binnen BSH hoe we de waarde van producten kunnen verhogen door waardevolle componenten op het eindeleven van een product terug te krijgen. Je komt dan al snel bij partners, zoals beheersorganisme Recupel, die dat veld van inzameling en logistiek beter beheersen dan je ooit zelf kan. Dat moedigt ook gedeelde innovatie aan, net op dat snijpunt van twee expertises."

Met prijswinnende projecten als Papillon ging BSH na hoe minder klassieke partners zoals Samenlevingsopbouw toch voor gedeelde meerwaarde konden zorgen door kwalitatieve huishoudtoestellen aan minder bedeelde gezinnen ter beschikking te stellen.

Het laat hen toe de maandelijkse kost voor dergelijke producten betaalbaar te houden, maar vooral ook de energiekost te drukken en zo energiearmoede te voorkomen. BSH heeft met een dergelijk verhuurmodel dan weer garantie dat de producten terugkomen, doet inzichten op over gebruik om zo het design verder te optimaliseren, herstel en hergebruik te faciliteren, en om een maatschappelijke bijdrage te helpen leveren.

Het is die combinatie van strategieën alsook de switch van verdienmodel die koploperbedrijven helpt om zich sneller aan te passen aan een snel veranderende maatschappij en markt of om soms ook hele nieuwe markten te creëren.

Umicore vond zichzelf opnieuw uit als mijnbouwbedrijf, maar is sindsdien ook toonaangevend in hoogkwalitatieve recyclage en materialentechnologie en helpt de elektrische mobiliteit wereldwijd mee uit te rollen.

Signify en ETAP zetten met Light-as-a-Service op korte tijd een concept in de markt dat haast het nieuwe normaal is geworden. Atlas Copco en Barco gingen dan weer via remanufacturing aan de slag om nieuwe klanten binnen te halen en bijkomende markten te creëren.

Via sensoren gaat Atlas Copco nog een stap verder, door de remanufacturing ook aan te grijpen als moment om producten in een netwerkomgeving te brengen die vervolgens ook onder meer predictive maintenance en opvolging van optimaal gebruik toelaten.

Meer dan enkel een visie, is een ecosysteemaanpak een verhaal van voortdurende interactie en cocreatie. Soms gebeurt de organisatie ervan erg top-down, maar veel vaker nog door pilootprojecten van onderuit. Of door samenwerking tussen kleinere spelers uit verschillende sectoren en industrieën die nieuwe waardeketens creëren.

Een mooi voorbeeld is de toenemende elektrificatie van voertuigen. Ook steeds meer Belgische bedrijven zoeken daarin hun plek. ABEE Avesta en AMS vonden daarbij mekaar om voor zichzelf, maar ook samen nieuwe opportuniteiten te onderzoeken op het vlak van lightweight mobility.

Concreet kijken ze met ook nog enkele andere bedrijven naar de haalbaarheid om een elektrisch voertuig te ontwikkelen, dat uit een beperkt aantal onderdelen bestaat en bijvoorbeeld bruikbaar is voor last mile transport of binnenstedelijk verkeer.

Noshin Omar, CEO van van ABEE Avesta, zegt: "In de toekomst zullen duurzaamheid en een ecosysteemaanpak een essentieel onderdeel vormen van elke business case. Een visie van ontwikkeling tot recyclage, en het verder uitbouwen van lokale partnerships zijn daarbij cruciaal. Het gaat niet enkel om de laagste kostprijs, maar ook om het creëren van een maatschappelijke meerwaarde die zich op langere termijn terugbetaalt in bijvoorbeeld lokale jobs, expertise, en veerkracht".

Johan Potargent, CEO van AMS, stelt: “Het is net ook die koppeling die de Europese economie slagkrachtig zal houden. Om die omslag te maken, is het nodig dat we diverse spelers in een waardeketen positief met elkaar verbinden. Net daar ligt de faciliterende rol van een bedrijfsfederatie, maar ook van bedrijven met een uitgesproken visie en netwerkaanpak die vooruit willen. Op die manier trekken zij ook andere bedrijven mee.”

Bij ecovisie en ecosysteemdenken gaat het erom te kijken hoe markten en maatschappij snel kunnen veranderen, hoe de noden van klanten ook veranderen, en daar gericht op in te spelen. Bedrijven met een ecovisie stellen zich de vraag waar ze binnen pakweg 5 à 10 jaar het verschil kunnen maken en welke randvoorwaarden ze daarbij dienen in te vullen.

Maar evenzeer gaat het om een interne oefening om vanuit verschillende functies en expertises binnen het bedrijf, maar ook met het managementniveau, na te gaan hoe die meerwaarde geconcretiseerd, gevaloriseerd en geïmplementeerd kan worden.

Ten slotte gaat het ook om een open vorm van samenwerking en innovatie met externe partners, waarbij het debat meer gaat over snelheid en schaal te ontwikkelen, door van en met elkaar te leren en mogelijks gezamenlijk pilootprojecten te ontwikkelen, alsook over het vergroten van de afzetmarkt eerder dan om het mekaar beconcurreren binnen een voorlopig beperkte maar gestaag groeiende duurzame markt.