Paul Vanvuchelen: ”Wiskunde, techniek en modellen...”

“Wiskunde, techniek en modellen… Als je dat graag doet, helpt het je om als ingenieur goede oplossingen te leveren”, zegt Paul Vanvuchelen (52), Director Customer Solutions bij OM Partners.

Trefwoorden: #OM Partners, #Paul Vanvuchelen, #techniek, #wiskunde

Lees verder

Magazine

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - “Management en coaching komen er mettertijd bij. Die softere kant is even essentieel om klanten aan te trekken en te binden als om in eigen team fricties op te lossen.”

Voor veel technisch gerichte ingenieurs is het moeilijk die coaching in te passen, weet hij. Hij wijst naar zijn eigen MBA-opleiding als inspiratiebron. Die bestond voor de helft uit economische materie en voor de helft uit organisatieleer, HR en change management. “Een minder technische kijk die voorbij de nullen en de eentjes gaat. Als ingenieur is het belangrijk ook daar oog voor te hebben.”

Variabele snelheden
Geboren begin mei 1968 in Genk maakte hij na Latijn-Wiskunde zijn lijstje ‘welles - nietes’. “Alleen burgerlijk ingenieur bleef over. De richting had de naam de moeilijkste te zijn maar hield vooral veel deuren open. Het was techniek, mechanica, ik kon er wiskunde doen en… moest dan naar Leuven. Allemaal goede redenen.” Doen, dus. Hij was bij de eersten voor de experimentele Mechatronica-richting “waar je met de combinatie van mechanica, elektronica en informatica zowel in de breedte als in de diepte kon kijken.

Gelukkig.” Zijn thesis ging over het modelleren van continue variabele transmissies, in samenwerking met Volvo Car Sint-Truiden (VCST). Hij werd gevraagd daarop te doctoreren. “Als het toegepast mag zijn?” Het mocht. “De opzet was de hele transmissie in één systeem te modelleren zodat uiteindelijk minder prototypes hoefden gebouwd te worden.” Hij kreeg een IWT-beurs voor een onderzoeksproject in samenwerking met VCST, zat aan de univ, hoefde geen les te geven,…

“Met enkele collega’s startten we in 1995 een eigen bedrijf.” ISMC nv (Intelligent Systems Modeling & Control), een spin-off van de KULeuven, die zich toelegde op systeemidentificatie en modelgebaseerd regelen van industriële processen zoals reactoren, ovens… Hij was General Manager en wou het bedrijf snel laten groeien, met een aanbod van niet alleen services, maar ook softwareproducten. Na drie jaar verkocht hij zijn aandelen. Het bedrijf bestaat een kwarteeuw later trouwens nog steeds, nu als IPCOS.

Roestvast
Hij ging aan de slag bij rvs-producent ALZ (Genk) waar hij snel doorgroeide naar director Production Services (2001) en uiteindelijk general manager (2005), als jongste aan het hoofd van het directiecomité. Maar niet zonder eerst een Executive MBA aan de ESCP-EAP af te ronden. “Eén week per maand naar Parijs. Achttien maanden lang, boeiend en leerrijk, tijdens en na de lessen.”

Hij werd vervolgens CEO van de Genkse fabriek en later ook van de fabriek in Charleroi. ALZ was deel van Arcelor, dat ondertussen overgenomen was door Mittal om ArcelorMittal te worden. In 2012 werd hem gevraagd om, als Chief Performance Officer van Aperam ondertussen, het verbeteringsprogramma (the Leadership Journey) aan te sturen in Brazilië, Frankrijk en België… “Na dat besparingsplan van 375 miljoen euro was ik er klaar mee. Ik had frisse lucht nodig.”

Supply Chain digital twin
“Op 47 wou ik er dus opnieuw tegen-aan gaan, wiskundig modelleren, ondernemen, back to the roots (…) en werken in een groeiend, jong bedrijf. De focus op innoveren, niet op besparen. Ondernemerschap. Met mijn ervaring kan ik jongeren ook iets bijbrengen.” In 2013 ging hij aan de slag als Director Customer Solutions bij OM Partners (OMP) in Antwerpen. OMP levert digitale oplossingen voor Supply Chain planning en optimalisatie, ter ondersteuning van strategische, tactische en operationele beslissingen, in functie van de noden van de klant.

“We zetten geïntegreerde software-oplossingen neer, en verbinden daarmee alle deelnemers aan de supply chain van onze klanten. We connecteren als het ware al hun leveranciers, hun productieplants, hun distributienetwerk en hun klanten”, vat Vanvuchelen samen. “We adviseren bij het ontwerpen van de bedrijfsprocessen, het definiëren van de ondersteunende software-oplossingen, en vervolgens implementeren we deze processen en tools, en begeleiden we de gebruikers om deze oplossingen optimaal te benutten. Gaat het project live, dan gaan wij in ondersteuningsmodus.” De klant krijgt uiteindelijk een systeem om zijn bedrijfs-KPI’s (stock, servicelevel, bezettingsgraad, financials,…) te modelleren, te simuleren en te optimaliseren. “Eigenlijk bouwen we digitale twins.”

Strategische keuze
Een planningssysteem kiezen voor een bedrijf betekent een strategische keuze maken, die slechts eens in de twintig jaar herzien wordt. Een degelijk geïntegreerd planningssysteem is immers diep verweven met de andere processen en systemen. Toch moet het systeem wendbaar genoeg zijn om bij te sturen wanneer nodig. “Ook daarin begeleiden we organisaties.”

Dat vergt een diepgaande sectorkennis (de ene sector is immers de andere niet) en nauwe samenwerking met de klant om de juiste sectorspecifieke beperkingen mee te modelleren. “Zelf ben ik verantwoordelijk voor de mill products sectoren, de zwaardere industrie, dus.” OMP is actief zowel in de semi-process industrie (chemie, farma, consumentengoederen), als in de mill-products industrie (metaal, karton, plastic, papier, bouwproducten, banden… ), in een tiental sectoren, vaak voor bedrijven uit de top tien. “We helpen nu een ziekenhuis in Antwerpen om zijn labo’s, onderzoeken en spoedingrepen efficiënt in te plannen, om geen slots te verliezen en toch voldoende reserve en flexibiliteit te behouden. Artificiële intelligentie, wiskunde en modelleren spelen ook hierbij achter de schermen een belangrijke rol.”

Het bedrijf investeert 30% van zijn omzet in O&O. “Het is een service georiënteerde business met een mooie intellectuele uitdaging. Het gaat om projecten die elk tot 12 - 18 maanden kunnen lopen. Bij elk project gaan we in de diepte op zoek naar de betere oplossingen. Dat geeft me nog steeds de kick.”

Groeien
Zes jaar geleden telde OMP zo’n 200 à 250 mensen. “In september wierven we 70 man aan”, telt Vanvuchelen. Dat brengt de nieuwe aanwervingen dit jaar op 140. OMP telt nu zo’n 750 mensen. “Dat is in lijn met de groei die we willen.” In de hoofdvestiging in Wommelgem zijn ongeveer 375 mensen aan de slag. 445 in België. De rest is verspreid. “Het vergt een goeie mix van jong en ervaren talent en het overeind houden van een bedrijfscultuur met korte communicatie- en beslissingslijnen.”

“Ondanks Covid-19 konden we iedereen vlot onboarden dankzij een sterke interne trainingsorganisatie die zowel in-house als remote opleidingen verzorgt, voor eigen consultants maar ook voor onze klanten.” Hij beklemtoont het belang om de jeugd in die oefening mee te trekken.

“Door COVID-19 dienden veel bedrijven hun supply-chain en hun processen opnieuw in vraag te stellen. Sommigen herdenken zelfs het hele globalisatieverhaal”, aldus Paul Vanvuchelen bij OM Partners.

Globalisatieverhaal wordt herdacht
Covid-19 stoorde enigszins “maar we zitten nog steeds op schema, zowel wat budget als wat groei betreft”. De meeste projecten lopen gewoon door en opvallend veel kan remote gebeuren.” Sommige klanten die met de gezondheidscrisis dicht gingen, herbegonnen na de zomer opnieuw. Anderen deden door de plotse luwte er een extra project bij. “Door COVID-19 dienden veel bedrijven hun supply-chain en hun processen opnieuw in vraag te stellen. Sommigen herdenken zelfs het hele globalisatieverhaal.

Onze tools kunnen hen daarbij helpen één en ander te simuleren. De markt is voor ons zeker niet stil gevallen. Wel integendeel.” Of bedrijven dan kiezen voor een duurzamer verhaal? Er is geen eenduidig antwoord, ervaart Vanvuchelen. “Op het einde van de rit moet het ook betaalbaar zijn. Als de extra kosten de competitiviteit onderuit halen, gebeurt er niks. Vroeger was er vaak één optimale aanvoerlijn. Nu bekijkt men meer opties. Dat lukt uiteraard niet in alle sectoren. Niet elk bedrijf kan zijn productie zomaar verplaatsen. We begeleiden ook bedrijven die enkel kopen en verkopen en waarvoor we de Supply Chain organiseren. Niet iedereen wedt op dezelfde paarden.”

COVID-19
“COVID-19 konden we nog niet voorspellen”, zegt Vanvuchelen. Met welke scenario’s ga je de impact ervan op een maatschappij of op de economie simuleren? Wel worden er in het modelleren van de Supply Chain steeds meer aspecten betrokken. “Morgen gaan we naast het operationele gebeuren (volumes, service, stocks…) ook de impact van CO2-emissie simuleren en optimaliseren.”

Wat te denken over nv België en de COVID-19 aanpak? “Qua efficiëntie kan er in België véél verbeteren”, vindt Vanvuchelen persoonlijk. “Of het nu mét dan wel zonder COVID-19 is. Als we een bedrijf zó inefficiënt zouden organiseren, zou het niet lang bezig zijn… Van klanten horen we dat zij riskimpact scenario’s en actieplannen klaar hadden lang voor er van COVID sprake was, met een pandemie als mogelijk scenario erin verwerkt, en dat ze die plannen snel en efficiënt konden uitvoeren.

Mij verbaast het dat België, maar ook andere landen dat niet hebben, dat dergelijke analyses weinig gebeuren, dat er geen preventieve rampenplannen zijn. Als ik zie hoe moeilijk het was om maar een enkele app klaar te krijgen en een echte centrale database op te zetten… Het liep zeer langzaam. Op papier hadden we vele regeringen maar in ’t echt geen enkele.”

“Ik hoop dat er snel een vaccin komt. We leerden alvast remote te werken. Thuiswerken wordt nooit nog hetzelfde, de work/life balans is voor velen verbeterd, en een nieuw evenwicht zal er zeker komen. Vermoedelijk is gedeeltelijk afstandswerken ook voor het milieu en voor de portefeuille van klanten, bedrijven en medewerkers een goede zaak.”

Toekomst
“De digitale twin maakt het mogelijk om te voorspellen, te simuleren en te optimaliseren, om te reageren voor de feiten, en niet erna. En de nood aan dergelijke tools zal alleen maar toenemen”, verwacht Vanvuchelen. Op de werkvloer zullen steeds meer meetgegevens opgenomen worden, steeds dichter bij het echte gebeuren zodat automatisatiesystemen nóg autonomer zullen worden.

“De rol van de operator evolueert daarmee steeds meer naar een reageren op uitzonderingssituaties. Routinebeslissingen worden uit het dagelijkse werk gehaald, dankzij wiskundige algoritmes, AI en machine learning. Dat zit ook in onze planningssoftware. Deze stappen naar meer autonomie veronderstellen meer en real-time data. De digitale twin zal steeds slimmer en autonomer worden, maar moet tegelijk wendbaar zijn om relevant te blijven voor bedrijven die investeren of divesteren, om te schakelen wanneer een product zijn eindeleven nadert,… Smart, collaboratief en wendbaar.”


door Luc De Smet / foto's OMP

Kadertekst: Ken uw talen

Over talenkennis is Paul Vanvuchelen duidelijk. “Bij de meeste ingenieurs was daarvoor (té) weinig aandacht in hun opleiding. Je kan natuurlijk vinden dat de klant steevast Engels moet spreken… maar als je zijn taal spreekt gaan er plots veel meer deuren open. Bij ons in het metaal waren bijna alle machinebouwers Duitstalig; sprak je Duits, vertelden ze je alle details bij de inbedrijfname. Anders wist je maar de helft van ’t mooi weer. Als je de taal van de klant spreekt, voel je je overal op je gemak”, schetst hij. Naast de drie obligate landstalen (Nederlands, Frans, Duits) en Engels, beheerst hij ook Spaans en Portugees. “Nu leer ik Italiaans.”