Kan striktere naleving van kernstopverdrag afgedwongen worden ?

De code, waaraan een Belgische onderzoeker van het nucleaire onderzoeks­centrum SCK CEN meewerkte, maakt het mogelijk om een striktere naleving van het Kernstopverdrag af te dwingen.

Trefwoorden: #algoritme, #kernenergie, #kernstopverdrag, #SCK CEN, #statistiek

Lees verder

research

( Foto: © SCK CEN )

ENGINEERINGNET.BE - Het Kernstop­verdrag (Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty, CTBT) kwam in 1996 tot stand en verbiedt kernproeven. Om de naleving van het verdrag te controleren, werd de internationale organisatie CTBTO (Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty Organization) opgericht.

De lidstaten werken aan een wereldwijd systeem met meetstations om nucleaire explosies te detecteren. Het International Monitoring System (IMS) bestaat uit 337 stations en meet seismische activiteit, trillingen in de atmosfeer en in oceanen, en concentraties van radioactieve deeltjes in de lucht.

Geen enkele (licht) verhoogde meetwaarde blijft onder de radar van dat netwerk aan ‘snuffeldetectoren’. De organisatie kan moeiteloos nagaan welke stations radioactieve deeltjes detecteren, maar het bleef gissen naar de oorsprong van die radioactiviteit. Tot vandaag.

De ontwikkelde code is een samenwerking tussen SCK CEN, Health Canada, Environment and Climate Change Canada en KMI. Health Canada en Environment and Climate Change Canada zijn de initiatiefnemers achter dit project, SCK CEN en KMI leverden expertise en weerdata om de code uitgebreid te testen. Eenmaal de code op punt gesteld was, beslisten de partners om die kennis ten dienste van de maatschappij te stellen.

De code wordt publiek beschikbaar gesteld, zodat wetenschappers de code kunnen gebruiken en verbeteren.


Op de foto:
Pieter De Meutter, onderzoeker bij SCK CEN

ACHTERGROND
De bronlocatie berekenen is slechts een van de ingebouwde functionaliteiten. Met de code kunnen wetenschappers ook voorspellen wanneer er hoeveel radioactiviteit is vrijgekomen. Het algoritme baseert zich daarvoor op zowel de meetstations die radioactieve lozingen hebben gedetecteerd, als die stations die geen radioactiviteit registreerden.

Met die cruciale informatie kunnen wetenschappers met bestaande modellen berekenen hoe sterk het besmettingsgevaar op welk moment zal zijn, rekening houdend met factoren als neerslag, windsnelheid en windrichting.