Onderzoek: minder dierproeven dankzij mini-organen

Wageningse onderzoekers ontwikkelen samen met Unilever kleine driedimensionale organen in het laboratorium, met een bloedachtige vloeistof vol voedingsstoffen. Dit om dierproeven te vervangen.

Trefwoorden: #chemische stoffen, #dierproeven, #mini-organen, #toxicologie, #Unilever, #WUR

Lees verder

research

( Foto: WUR )

ENGINEERINGNET.BE - De mini-organen hebben zeer fijne kanaaltjes die cellen voorzien van een vloeistof met zuurstof en voedingsstoffen - net als in het menselijk lichaam.

"Die kanaaltjes, ook wel microfluïdische systemen genoemd, worden nu in hoog tempo ontwikkeld voor allerlei doeleinden”, zegt Hans Bouwmeester van Wageningen University & Research (WUR).

“Maar wetenschappers gebruiken ze nog weinig in toxicologische risicobeoordelingen van (chemische) stoffen. Ons doel is om dat mogelijk te maken door mini-organen te optimaliseren.”

Het proces als geheel is ingewikkelder dan alleen het ontwikkelen van de technologie. Ook op het gebied van regelgeving ligt werk. In veel gevallen zijn dierproeven een vereiste om te bewijzen dat producten en stoffen veilig zijn.

“Wij willen aantonen dat onze mini-organen in combinatie met computermodellering, de menselijke weefselfuncties en biologische reacties op stoffen adequaat nabootsen", aldus Bouwmeester.

WUR voert het onderzoek uit samen met Unilever. Uiteindelijk wil Unilever producten testen, variërend van persoonlijke verzorgingsproducten tot nieuwe plantaardige voedingsproducten, zonder dierproeven.

Voor de puur technische kant werken beide partijen samen binnen hDMT, de Nederlandse organ-on-chip community met andere partners, zoals de universiteiten van Delft, Twente, Utrecht en Leiden.

Bouwmeester: “Met dit project ontdekken we wat bedrijven nodig hebben en dat verrijkt ons onderzoek. Omgekeerd ontwikkelen we technologieën die zij ook daadwerkelijk kunnen gebruiken.”