• 20/06/2012

QC: «De Maintenance Manager kan de bedrijfswinst gevoelig beïnvloeden»

Elke maintenance manager weet dat zijn team maar doelmatig kan zijn, als het inspeelt op de specifieke onderhoudsaspecten binnen het bedrijf.

Lees verder

Columns

Elk bedrijf is anders, en er zijn specialisten nodig om de ‘risico’s’ in kaart te brengen die verbonden zijn aan de situering en de bouw van het bedrijf, de infrastructuur, het machinepark, de producten en/of opslag, de routing binnen het bedrijf en andere ‘risico’-factoren.

Kennis van de specifieke maintenance aspecten binnen elk bedrijf is dus ook een eerste vereiste om de persoonlijke en materiële veiligheid te waarborgen. Het verbreden van deze kennis blijft echter niet beperkt tot de maintenance manager en/of zijn ploeg zelf.

Elke medewerker heeft er dagelijks mee te maken. Het vakgebied ‘maintenance’ omvat en overstijgt vele andere vakgebieden en is daarmee één van de belangrijkste binnen een organisatie. Daarenboven kan een maintenance manager, vanuit zijn positie, de bedrijfswinst gevoelig beïnvloeden.

Iedereen die iets met het onderhoudsgebeuren – van dicht of ver – te maken heeft, weet dat aan doelmatig onderhoud altijd inspectie naar de conditie van de installatie en/of machinepark vooraf gaat. Bij een industriële installatie en/of goed draaiend machinepark is er een duidelijke relatie tussen de conditie van de installatie, het rendement en de kwaliteit van het eindproduct.

Een slechte conditie resulteert meestal in een verminderd rendement met alle daaraan verbonden risico’s voor het fabriceren van een ‘minderwaardig’ of niet aan de kwaliteitseisen voldoend eindproduct, en dus verliezen.

Met de snelle ontwikkeling van de automatisering, vergroting van de productiecapaciteiten en sterke afstemming van de productielijnen op elkaar, kunnen de gevolgkosten van storingen in een productieproces exponentiële proporties aannemen. Vandaar dat het algemene streven is: 'Het aantal storingen reduceren tot nul'.

Niet dat dit altijd mogelijk of haalbaar is, maar wanneer storingen worden geëlimineerd of gereduceerd tot een minimum, heeft dat niet alleen een positieve uitwerking op de productiehoeveelheid, maar ook op de productiekosten en de kwaliteit.

Dit terugdringen is onmogelijk te realiseren door alleen maar de inspanningen van de onderhoudsdienst op te voeren. Teneinde optimaal gebruik te kunnen maken van de productiemiddelen, zullen productie en onderhoud zich gezamenlijk moeten inzetten om de ‘verliezen’ terug te dringen. Doelbewust is hier gekozen voor het woord ‘verliezen’ in plaats van storingen.

Immers elke (ver)storing in het productieproces verdient alle aandacht. Elke (ver)storing is immers een verlies. Dat kan een verlies zijn in productiehoeveelheid, een verlies aan kwaliteit of een te laat leveren van de gevraagde kwaliteit. M.a.w., en het zou intussen al genoeg geweten moeten zijn, een onderhoudsdienst levert een belangrijke kwaliteitsbijdrage aan het eindproduct.

Of het (kwaliteits)verlies nu te wijten is aan een technische dan wel operationele oorzaak, zoals bijvoorbeeld bedieningsfouten of (te) langdurige inbedrijfstellingsactiviteiten: dat doet qua resultaat niet ter zake.

Efficiënt onderhoud moet een methode zijn of worden, waarbij op systematische wijze wordt getracht de effectiviteit van de productiemiddelen te verbeteren, met als uitgangspunt: de staat waarin het productiemiddel zich bevindt. Productiviteit, kosten, veiligheid, welzijn, milieu, alsook de kwaliteit van de producten, alle zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de staat van het productiemiddel.

De laatste jaren ondergingen onderhoudsmodellen en de daarmee gepaard gaande structuren voortdurend veranderingen/aanpassingen. Dit was ondermeer te wijten aan het feit dat men zich meer en meer bewust werd van het belang van de onderhoudsfunctie in een productieomgeving waarin steeds hogere kwaliteitseisen gesteld worden.

Steeds meer organisaties lukt het dan ook om productie en onderhoud beter op elkaar af te stemmen. Hierdoor wordt de prestatie van beide groepen geoptimaliseerd. Het resultaat is voor alle betrokkenen duidelijk en overtuigend, want het onderhoud in het ganse gebeuren speelt een sleutelrol omwille van zijn vertakkingen die het in het ganse productieproces heeft, en is voor de meeste ervan bovendien kwaliteitsbepalend.


Met andere woorden: geen kwaliteitsborging zonder onderhoudsborging!