• 23/11/2012

Christ’l Joris: 'Geef ons zuurstof en we investeren’

Voorzitter Agoria: 'Er zijn bedrijven die zeggen: belast ons en we zijn weg. Maar ze zijn er ook die zeggen: geef ons zuurstof en we investeren hier verder, graag zelfs…'

Trefwoorden: #agoria, #Christ’l Joris, #etap, #Joris, #Vande Lanotte

Lees verder

Columns

( Foto: Agoria )

ENGINEERINGNET.BE -- 'Er zijn bedrijven die zeggen: belast ons en we zijn weg'. Zo omschreef vice-premier Vande Lanotte het gisteren in De Morgen. Nochtans, de meeste bedrijven zeggen eigenlijk: geef ons zuurstof en we investeren hier verder, graag zelfs. En daarvoor staan we inderdaad op de barricades: voor de concurrentiekracht van onze bedrijven en onze medewerkers.

Wie mij kent, weet het. Ik heb een groot vermogen tot emoties. Toen ik het interview in De Morgen las, stond ik snel in vuur en vlam. In een eerste reactie even toch. Want even snel heb ik de uitslaande vlammen geblust. Niet het vuur weliswaar. Ik voel me immers niet persoonlijk aangesproken door de interpretaties over onze motieven als ondernemers. Laten we nu wel stoppen met polariseren, was mijn tweede reactie. Ondernemers en politici, laten we respect hebben voor elkaar.

Af en toe eens goed roepen, kan opluchten. Maar laten we daarbij toch vooral ons gezamenlijk project niet uit het oog verliezen: de concurrentiekracht van onze bedrijven verbeteren. Voor dat project hebben alle partners, de beleidsvoerders, de werkgevers en de vakbonden, een stuk van de oplossing in handen. Als de federale regering ons zuurstof geeft, nemen wij onze verantwoordelijkheid op en investeren we in de toekomst.

Stoppen met polariseren wil wel niet zeggen dat we het met alles eens moeten zijn. Waarom sta ik als ondernemer op de barricades? Voor de industrie met al haar bedrijven met een grote variatie aan jobs en medewerkers die op de internationale markt het verschil moeten kunnen maken tegenover hun concurrenten. Wij maken dat verschil met de aard en kwaliteit van ons product of onze dienst, en dat liefst aan een goede marge.

Die marge, onze winst, kunnen we voor een belangrijk deel herinvesteren in onze activiteiten, hier en in het buitenland. Want we spelen wel internationaal, maar onze basis ligt in grote mate nog steeds in dit land, en daar zijn goede redenen voor: goede medewerkers hebben is een eerste goede reden, een haalbare organisatie- en kostenstructuur is een tweede belangrijke reden.

Beide staan momenteel zoals geweten onder druk. Onder Belgische, maar ook onder internationale druk, want ook de wereld rondom ons is volop in beweging. Structurele maatregelen zijn net in deze moeilijke tijden, noodzakelijk voor bedrijven die internationaal moeten concurreren. Bedrijven met medewerkers in België en in andere Europese landen, weten het. In andere landen slagen we er wel in om de loonkosten in moeilijke tijden te beheersen. In België kan dat niet. Dat is een probleem. Een indexsprong kan bedrijven zuurstof geven om weer te investeren.

In moeilijke begrotingstijden loopt de druk bij alle partijen op. Ieder heeft zijn opdracht, zijn belang. Er werd en wordt nu hard geroepen en geïnterpreteerd. En soms moet je hard roepen om tussen al het geweld gehoord te worden. Als ik op de barricade sta, zwaai ik met de vlag van overleg en een spandoek met de slogan ‘Zuurstof voor de industrie’.

Is dit wijs? Als ik in mijn omgeving luister, zijn er velen die blij zijn met een positieve, zij het kritische houding. Als ik de resultaten van het relanceplan na afloop van het begrotingsconclaaf bekijk, weet ik het minder zeker: ik lees liefdesverklaringen aan de ondernemers, maar het blijkt toch iets te veel een boeket rozen met doornen aan. Ik lees geruststellende woorden voor andere sectoren die het ook moeilijk hebben, maar ik vind in het begrotingsakkoord geen zuurstof voor ons, de industriële werkgever.

Zelfs niet met een vergrootglas. Ik zie een index verankerd als een koekoeksjong. Ik zie geblokkeerd overleg. En ik zie geen stimulans tot investeren. Ik zie het tegenovergestelde van wat in Duitsland gebeurde: de regering hervormde daar de arbeidsmarkt. Werkgevers en vakbonden sloten er loonakkoorden in gezamenlijk overleg met loonmatiging in moeilijke tijden om jobs te vrijwaren om daarna bij groei weer jobs te kunnen creëren. En met resultaat: de werkgelegenheid in de Duitse industrie stijgt weer sinds enkele jaren.

Ik weet niet of ik harder moet roepen. Ik blijf in ieder geval wel op de barricade staan. Beste overheid: zwengel het overleg aan en de investeringsmotor. Een fiscale stimulans om te investeren, zoals de investeringsaftrek terug invoeren is geen 'gift' aan bedrijven, het is een overheidsinvestering die tweemaal opbrengt: ze versnelt de economische relance en maakt innovatie en de broodnodige modernisering van het productie-apparaat mogelijk en interessant. De industrie is niet dood. Er zit nog vuur in. Bloemen noch kransen.


(door Christ’l Joris (Etap), Voorzitter Agoria)