Natuurkundigen krijgen meer inzicht in 'actieve materie'

Is het nu vloeibaar of glasachtig? Over deze vraag is lang hevig gedebatteerd door natuurkundigen die het gedrag proberen te begrijpen van een relatief nieuw soort materie waarin deeltjes 'een kleine interne motor' gebruiken om te bewegen.

Trefwoorden: #astma, #cellen, #kanker, #materie, #TU/e

Lees verder

research

( Foto: TU/e )

ENGINEERINGNET.BE - Bij de uitdrukking 'fasen van materie' denken veel mensen waarschijnlijk meteen aan gassen, vloeistoffen en vaste stoffen, de bekendste fasen van materie. Tussen de vloeibare en vaste fase bevindt zich echter de glasfase. Deze fase gedraagt zich als een vaste stof, maar ziet er aan de binnenkant uit als een vloeistof.

In dit typische beeld van de vier fasen van materie (gas, vloeistof, vast of glas) worden de deeltjes gezien als passief, wat betekent dat ze alleen bewegen door thermische energie en de krachten die ze ondervinden door interacties met naburige deeltjes.

De laatste jaren krijgt actieve materie echter opmerkelijk veel aandacht. Die bestaat uit deeltjes die energie met behulp van "een motortje" omzetten in gerichte beweging en die dus voortdurend uit balans zijn. En ook actieve materie kent een glasachtige fase.

Liesbeth Janssen van de faculteit Applied Physics (TU/e) en leider van het onderzoek: "Het is al jaren bekend dat actieve materie glasachtig gedrag vertoont dat relevant zou kunnen zijn voor ons begrip van celgedrag bij astma, wondgenezing en kankermetastase."

De laatste jaren is er echter veel discussie geweest over het glasachtige gedrag van actieve materie, en dat heeft tot een aantal meningsverschillen geleid. Janssen: "Met onze studie geven we een eenduidige en eenvoudige verklaring voor alle tegenstrijdige resultaten."

Eerste auteur en PhD onderzoeker Vincent Debets: "De glasachtige fase kan worden beschouwd als een grote verzameling van kooien, waarin elk deeltje alleen maar in zijn eigen kooi kan ronddartelen, maar er nooit uit kan ontsnappen (zie afbeelding bovenaan)."

Belangrijk daarbij is de relatie tussen de lengte van de kooi en de zogenaamde persistentielengte, de gemiddelde afstand die een deeltje aflegt voordat het van richting verandert.

"Wanneer de persistentielengte kleiner is dan de kooilengte, kunnen de actieve deeltjes hun kooi verkennen op zoek naar een opening. Als ze kunnen ontsnappen, gedragen ze zich als passieve deeltjes in een vloeistof. Maar wanneer de persistentielengte groter is dan de kooilengte, kunnen de deeltjes hun kooi niet meer efficiënt aftasten en komen ze vast te zitten in de kooi. Als gevolg daarvan vertoont het systeem meer glasachtig gedrag, waarbij het systeem eigenschappen heeft als een vaste stof."

En het is deze waarneming die de grote doorbraak betekent. Janssen: "Dit verklaart alle eerdere, schijnbaar verwarrende resultaten in de literatuur. Die studies zijn allemaal uitgevoerd bij verschillende waarden van de persistentielengte, en als zodanig uitgevoerd op verschillende afstanden ten opzichte van de kooilengte."

De kooilengte is een zeer belangrijk natuurkundig concept, dat al heeft geholpen om beter te begrijpen waarom een passief materiaal vaster wordt wanneer het van een vloeistof in een glas verandert.

Door alle systeemdynamica terug te brengen tot het eenvoudige principe van hoe de persistentielengte zich verhoudt tot de kooilengte, hebben de onderzoekers de verschillende voorstellen uit de literatuur met elkaar in overeenstemming gebracht.

Voor de vervolgstudie zijn de onderzoekers van plan om het effect van de kooilengte op levende actieve glasvormige materie in echte biologische cellagen te bestuderen.