Kosmische flitsen ontdekt op een verrassende locatie in de ruimte

Astronomen hebben mysterieuze flitsen aan de hemel waargenomen vanuit onverwachte, maar dichtstbijzijnde, bron ooit: een bolvormige sterrenhoop in het sterrenstelsel Messier 81.

Trefwoorden: #astronomen, #kosmisch, #ruimte

Lees verder

research

( Foto: aleksandarnako - 123RF )

ENGINEERINGNET.BE - Snelle radioflitsen, ofwel fast radio bursts (FRB’s), zijn onvoorspelbare, extreem korte lichtflitsen uit de ruimte. Zo'n flits zendt evenveel energie uit als de zon in een dag afgeeft.

Een internationaal team van astronomen traceerde uitbarstingen van FRB's naar de rand van het nabijgelegen spiraalvormige sterrenstelsel Messier 81, op circa 12 miljoen lichtjaar afstand van de aarde. Daarmee is dit de dichtstbijzijnde bron van FRB’s ooit gevonden.

Hiertoe combineerden de wetenschappers metingen van 12 radiotelescopen in het Europese VLBI-netwerk, verspreid over de halve aardbol, waaronder de Westerbork Synthese Radiotelescoop van ASTRON en telescopen in Zweden, Letland, Rusland, Duitsland, Polen, Italië en China.

Zo konden zij precies achterhalen waar de bron van FRB’s zich bevond. De locatie kwam precies overeen met de plek waar zich een bolvormige sterrenhoop bevindt, een dicht cluster van oude sterren.

"Verderop in het heelal zijn snelle radioflitsen gevonden op plaatsen waar sterren veel jonger zijn. Dit moest iets anders zijn," zegt teamleider Franz Kirsten, verbonden aan Chalmers in Zweden, en het Nederlands instituut voor radioastronomie ASTRON.

De wetenschappers vermoeden dat de bron van de radioflitsen een object is dat wel is voorspeld, maar nog nooit eerder gezien: een magnetar die is gevormd nadat een witte dwergster onder zijn eigen gewicht was ingestort.

Veel sterren in sterrenhopen vormen dubbelsterren. Enkele naderen elkaar zo dicht dat de ene ster materiaal van de andere aantrekt. Zodra een van de witte dwergen genoeg extra massa van zijn begeleider heeft opgevangen, eindigt de ster zijn leven als een neutronenster.

Dat komt zelden voor, maar in een cluster van oude sterren is het de eenvoudigste manier om snelle radioflitsen te veroorzaken.

Deze flitsen flikkerden in helderheid binnen slechts enkele tientallen nanoseconden. Dat betekent dat ze afkomstig moeten zijn van een minuscuul volume in de ruimte, kleiner dan een voetbalveld en misschien maar tientallen meters in doorsnee.

Toekomstige waarnemingen van de bolvormige sterrenhoop moeten uitwijzen of de bron echt een magnetar is of iets anders, bijvoorbeeld een ongewone pulsar of een zwart gat dat in een nauwe baan om een zware ster draait.