Afvalvrije bioraffinage van zeewier met meerdere producten mogelijk

In het SeaSolv project heeft Wageningen University & Research met internationale partners een innovatieve afvalvrije methode ontwikkeld voor de multi-product bioraffinage van deze stoffen.

Trefwoorden: #research, #voeding, #zeewier

Lees verder

research

( Foto: wrangel - 123RF )

ENGINEERINGNET.BE - Zeewier is een veelbelovende maar onderbenutte groene grondstof in Europa. Het wordt hoofdzakelijk commercieel geëxploiteerd voor voedsel en voor de productie van fycocolloïden, ofwel verdikkingsmiddelen.

Maar de industriële productie is complex en inefficiënt en maakt gebruik van zure en alkalische omstandigheden, veel chemicaliën, water en energie. Dit levert veel afval op, aangezien bij de extractie van de fycocolloïden andere bestanddelen worden vernietigd. Zelfs sommige fycocolloïden worden afgebroken.

Inmiddels zijn nieuwe extractietechnieken ontwikkeld, bijvoorbeeld met behulp van ultrageluid, microgolven, enzymen, homogenisatie en superkritische extractie. Deze technieken staan nog in de kinderschoenen en hebben veel nadelen: ze zijn duur, hebben een lage opbrengst, tasten het eindproduct aan en zijn moeilijk op te schalen.

In SeaSolv wordt een duurzamer en kosteneffectiever proces ontwikkeld waarmee de zeewierindustrie haar CO2-voetafdruk kan verkleinen. Het proces maakt gebruik van diep eutectische oplosmiddelen (DES). Deze nieuwe klasse van duurzame oplosmiddelen biedt vele voordelen, waaronder een lage prijs, een lage toxiciteit en vaak biologische afbreekbaarheid. Ze kunnen worden ‘aangepast’ en zijn omschakelbaar tijdens een gewenst proces.

DES vormen daarom een potentieel alternatief voor conventionele organische oplosmiddelen. Ze maken het mogelijk diverse componenten één voor één op een milde manier uit biomassa te extraheren, met behoud van de functionaliteit van de eindproducten.

Het resultaat is een multi-product bioraffinaderij die weinig of geen afval genereert en minder energie verbruikt. De technologie zal uiteindelijk ook bruikbaar zijn voor de extractie van metabolieten uit andere soorten biomassa op het land en in het water, zoals planten en microalgen.

Partners in het project zijn onder meer industriële bedrijven die de nieuwe technieken in de praktijk gaan brengen: Hortimare (Nederland), Kelpblue (Nederland), Algaia (Frankrijk) en de Universiteit van Aveira (Portugal).

Het onderzoek wordt gefinancierd door het Open Technologie Programma van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).