ENGINEERINGNET.BE - Om de impact van menselijke activiteiten zoals zandwinning te monitoren, kijken wetenschappers naar het macrobenthos, de rijkdom aan dieren groter dan 1 mm die in de zeebodem leven.
Klassiek sorteren, tellen en wegen experts alle diertjes per soort in een bodemstaal. Dat is tijdrovend, zeker bij grote en diverse stalen, en het identificeren van beschadigde of hele kleine diertjes is zelfs voor het getrainde oog moeilijk. Dat maakt het proces ook duur.
De nieuwe DNA-metabarcodering methode neemt een aantal van die obstakels weg. Laure Van Den Bulcke (ILVO): “Zoals je in de supermarkt een barcode scant om informatie te krijgen over je product, kunnen wij met een DNA-analyse een bodemstaal scannen. Via een internationale referentiedatabase dat DNA-barcodes uit de Noordzee koppelt aan soortnamen, kunnen we vervolgens aflezen welke soorten in het staal aanwezig zijn.”
In haar doctoraatswerk vergeleek de onderzoekster de trefzekerheid, snelheid en kosten van deze nieuwe methode met de traditionele. In een pilootstudie om het effect van zandwinning op de gezondheid van de zeebodem te meten, bleek de DNA-methode 44% sneller en 26% goedkoper te zijn dan de klassieke manier.
De gevonden soorten in de DNA- en klassieke methode overlapten voor een groot deel, maar beide methoden identificeerden ook een aantal unieke soorten. De DNA-methode is wel minder geschikt dan de klassieke methode om de densiteit en biomassa van de gevonden soorten in te schatten en geeft ook geen informatie over het levensstadium of geslacht van de dieren.
Naast toerisme en visserij is er steeds meer zandwinning, energieproductie, scheepvaart en aquacultuur op de Noordzee. In combinatie met vervuiling en klimaatverandering zetten deze menselijke activiteiten de gezondheid en biodiversiteit van de mariene ecosystemen onder druk.
Om de schade te beperken en toch economische ontwikkeling mogelijk te maken, zijn er Europees gedreven beheersmaatregelen zoals bepaalde visserijbeperkingen, die gebaseerd worden op actuele monitoringsdata.
Het zijn de wetenschappelijke instituten en universiteiten uit de verschillende Noordzeelanden die deze data verzamelen. In het Belgisch stukje Noordzee doet ILVO dat voor het macrobenthos. Dit is een goede indicator voor de gezondheid van het mariene ecosysteem, omdat zelfs kleine veranderingen in de omgeving er impact op hebben.
“Het is door beide methoden slim te combineren dat overheden sneller en accurater kunnen reageren op verstoring van cruciale ecosystemen. Dat is belangrijk, want het wordt steeds drukker op zee”, zegt Van Den Bulcke.
Haar doctoraatsonderzoek was onderdeel van het Europese GEANS project, gecoördineerd door ILVO, en gefinancierd door de EU.