ENGINEERINGNET.BE - De nieuwe methode, ontwikkeld in de afgelopen vier jaar, is gericht op sleutelspelers binnen de bio-industrie, zoals de voedings-, papier-, bio-ethanol- en biochemiesector.
Het VIVALDI-concept bestaat uit het opvangen, zuiveren en omzetten van CO2-emissies dankzij een combinatie van elektrochemische en biotechnologische technieken.
Zo worden eenvoudige organische verbindingen, zoals methanol en mierenzuur, geproduceerd. Deze verbindingen zijn direct inzetbaar in het industriële proces, wat leidt tot een verbeterde duurzaamheid en circulariteit.
Ook ontstaan er nieuwe businessmodellen voor bioraffinaderijen, bijvoorbeeld via de productie van biomaterialen, zoals bioplastics, of diervoederadditieven.
Toepassing van dit concept in de industrie draagt bij aan een vermindering van de CO2-uitstoot en de afhankelijkheid van fossiele grondstoffen.
De methode is succesvol gevalideerd in een proof of concept, waarbij onder meer bestek uit bioplastic en nieuwe diervoederadditieven zijn geproduceerd.
Ook zijn er grote verbeteringen geboekt in verschillende processtappen, zoals bij de opname en zuivering van CO2 en de elektrochemische omzetting naar mierenzuur of methanol.
Deze stoffen vormen de basis voor de synthese van vier complexere organische zuren, melkzuur, itaconzuur, barnsteenzuur en 3-hydroxypropionzuur, die via genetisch gemodificeerde gisten zijn geproduceerd en geoptimaliseerd.
Ook is een nieuw bio-elektrochemisch proces ontwikkeld om ammonium en andere voedingsstoffen uit afvalwater te recupereren, noodzakelijk voor de productie van deze zuren.
Het team wil de methode nu opwerken naar pilotschaal, met reactoren tot 1 m³, en verder onderzoeken hoe VIVALDI-oplossingen toepasbaar zijn in andere CO2-emitterende processen. Daarnaast is er aandacht voor bio-elektrochemisch herstel van ammoniak uit purines.
Projectleider is de Universitat Autònoma de Barcelona. Het consortium telt 16 partners, waaronder bio-industriële spelers zoals SunPine AB, Damm, Novamont en Bioagra, en technologische ontwikkelaars zoals VITO, Helmholtz-Centrum voor Milieuonderzoek, LEITAT, Processium en Avantium.
Het team werkte samen met het BETA Technologiecentrum (UVic-UCC), het technologie- en innovatie-adviesbureau ISLE, en CO₂ Value Europe, de Europese brancheorganisatie voor koolstofcaptatie en -valorisatie.
Het project ontving bijna 7 miljoen euro subsidie en is onderdeel van het Horizon 2020-programma van de EU.