ENGINEERINGNET.BE - Door het aanhoudende conflict in Oekraïne, de buitensporig gestegen energie- en grondstoffenprijzen, de ongeziene opeenvolging van loonindexeringen en de afkoeling van de wereldeconomie was 2022 voor de chemie, kunststoffen en life sciences een bijzonder moeilijk jaar.
Zo kende de chemie-industrie met een productiedaling van 7% de zwaarste terugval sinds 2009. De benuttingsgraad van de productiecapaciteit daalde tot het laagste niveau in ruim veertig jaar.
Dat de sector desondanks relatief goede jaarcijfers kan voorleggen is vooral een gevolg van door inflatie aangedreven prijseffecten en geeft dus een vertekend beeld.
De sectoromzet steeg met 20% tot 87,9 miljard euro, een recordbedrag. Maar dit is dus hoofdzakelijk te verklaren door de impact van forse prijsstijgingen door duurdere energie en grondstoffen.
Bovendien is de omzetstijging lager dan het industrieel gemiddelde van 24% en onvoldoende om de verhoging van de productieprijzen te compenseren.
Ook de exportgroei is voornamelijk prijsgedreven en wordt sterk beïnvloed door de uitvoer van coronavaccins. In bepaalde productcategorieën zoals meststoffen, kunststoffen of cosmetica lag de toename van de import overigens hoger dan de export.
Met 35% van de totale Belgische export blijft de chemie en life sciences de uitgesproken exportkampioen van het land. De buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland zijn samen met de Verenigde Staten goed voor de helft van de uitvoer van de sector. Japan en Brazilië zijn de sterkste groeiers.
Dit maakt dat België de Europese nummer twee is voor de export van chemie- en farmaproducten, na Duitsland. Met 36,1 miljard euro levert de sector ook veruit de belangrijkste bijdrage aan het Belgische handelsoverschot, een welvaartsinjectie van formaat.
Met 2.403 nieuwe jobs, de sterkste stijging sinds 2000, neemt de sectorale tewerkstelling nu al negen jaar op rij toe. In die periode zijn er 11.600 jobs bijgekomen, een toename met 11% tot bijna 100.000 jobs.
De jobgroei in de chemie en life sciences staat in schril contrast met het jobverlies in de rest van de industrie, met een daling van de tewerkstelling met ruim 16.500 banen in de laatste tien jaar.