Minder stikstof in sloten door bioreactor met houtsnippers

Een Nederlands consortium test een bioreactor met houtsnippers om nitraat te verwijderen uit drainagewater, om zo het stikstof probleem in de landbouw aan te pakken.

Trefwoorden: #bio, #hout, #reactor, #snipper, #stikstof

Lees verder

research

( Foto: Deltares )

ENGINEERINGNET.BE - Op veel plekken komt nog teveel stikstof in het oppervlaktewater voor. Landbouw is een belangrijke bron, vooral door bemesting. Daardoor spoelt bijvoorbeeld via drainagebuizen nitraat naar de sloot.

Het mestbeleid richt zich vooral op aanpak bij de bron. In aanvulling daarop zou op percelen waar nitraat makkelijk uitspoelt, het nitraat ook uit het drainagewater gehaald kunnen worden.

In de Nederlandse plaats Westerbeek wordt daarom een bioreactor met houtsnippers getest om nitraat te verwijderen uit dit water.

Het drainagewater van het landbouwperceel komt in de bioreactor terecht. De houtsnippers in de reactor stimuleren bacteriën, die van nature in de grond aanwezig zijn. Zij kunnen nitraat omzetten in onschadelijk stikstofgas.

"Zodat we weer schoon water in de sloot kunnen laten lopen”, aldus Inge van Driezum, onderzoeker grondwaterkwaliteit en -bescherming bij KWR, een van de betrokken partijen.

"Het voordeel van deze aanpak is dat je de reactor ondergronds kan afwerken en kan inzetten op plekken waar dit soort problematiek speelt”, aldus projectleider Frank van Herpen van waterschap Aa en Maas.

De reactor is gevuld met houtsnippers van bomen uit de omgeving en gaat naar verwachting ongeveer tien jaar mee zonder vervangen te hoeven worden.

In Denemarken en de Verenigde Staten zijn soortgelijke proeven met houtsnippers gedaan. Daar bevatte het uitspoelend drainagewater 20-40% minder stikstof.

Met de proef in Westerbeek onderzoeken kennisinstituten samen met het waterschap hoe de bioreactor met houtsnippers in de typisch Nederlandse situatie werkt. Er is ook een vergelijkbare testopstelling gebouwd in de Nederlandse provincie Limburg en er zijn plannen voor een test in Noord-Holland.

De proef is een samenwerking van onderzoeksinstituten Deltares, KWR, RIVM en Wageningen University & Research. Diverse Nederlandse waterschappen, overheden en de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer financieren het project.