Investeringssteun voor kleine en middelgrote windmolens

De Vlaamse regering gaat kleine en middelgrote windmolens ondersteunen via een biedprocedure: de overheid doet een oproep en de beste ingediende projecten krijgen investeringssteun.

Trefwoorden: #Bart Tommelein, #investering, #investeringssteun, #Joke Schauvliege, #Vlaamse regering, #windenergie, #Windkracht 2020, #windturbine

Lees verder

Nieuws

( Foto: Kabinet Bart Tommelein )

ENGINEERINGNET.BE - Vlaams ministers Tommelein en Schauvliege pleitten in hun windplan Windkracht 2020 voor meer kleine en middelgrote windturbines naast de bekendere grote windmolens.

Kleine windmolens zijn windmolens met een ashoogte tot 15 meter. Middelgrote zijn windmolens vanaf 15 meter tot een vermogen van 300 kilowatt. Eind september vorig jaar besliste de Vlaamse regering om ook investeringssteun te voorzien. Daarvoor is jaarlijks een budget van 4,2 miljoen euro voorzien, afkomstig uit het Energiefonds.

Ondersteuning van energieprojecten gebeurt in Vlaanderen meestal als productiesteun, in de vorm van groenestroomcertificaten die men gedurende tien of twintig jaar krijgt in ruil voor een bepaalde hoeveelheid opgewekte groene stroom.

Het Vlaamse regeerakkoord voorziet echter een geleidelijke overgang naar investeringssteun voor kleinschalige hernieuwbare energie technologieën. Voor kleine en middelgrote windmolens werd daarom een ondersteuningsmechanisme uitgewerkt waarbij men steun krijgt bij de start van het project.

Indieners van projecten nemen deel aan een vergelijkende biedprocedure, waarbij ze een schatting maken van de energieopbrengst en daarvoor een bepaald bedrag aan ondersteuning vragen. Per oproep legt de minister een steunplafond vast met de maximale verhouding tussen de aangevraagde steun tegenover de energieopbrengst.

Tommelein: ‘Hoe efficiënter een windturbine, hoe hoger de energieopbrengsten tegen een lagere kostprijs, hoe groter de kans op ondersteuning. De steun wordt ook beperkt tot een bepaald percentage van de investeringskosten, afhankelijk van wie de aanvrager is (een klein, middelgroot of een groot bedrijf).’

Een schatting van de jaarlijkse energieopbrengst kan gebeuren aan de hand van de gemiddelde windsnelheid op ashoogte van een turbine op een bepaalde locatie, de vermogenscurve van de turbine en de obstakels in de buurt.