ENGINEERINGNET.BE - De resultaten van het onderzoek van een internationaal team van wetenschappers, geleid door Jean-Christophe Marine (VIB-KU Leuven Centrum voor Kankerbiologie), worden gepubliceerd in het toonaangevende vaktijdschrift Cell.
Cutaan melanoom ontstaat uit pigment-producerende cellen (melanocyten) in de huid. Indien vroeg ontdekt, kan melanoom op een efficiënte manier behandeld worden met een chirurgische ingreep. Een gevorderd melanoom, waarbij tumorcellen zich verspreid hebben naar andere plaatsen in het lichaam, vereist meestal een behandeling met doelgerichte of immuuntherapie.
Bij doelgerichte therapie wordt medicatie gebruikt die specifieke molecules blokkeert die betrokken zijn bij de groei van melanoomcellen. Een nieuwe generatie van deze medicatie, zogenaamde BRAF en MEK inhibitoren, hebben geleid tot een belangrijke vooruitgang in de behandeling van gevorderd melanoom.
Echter, na een indrukwekkende initiële respons, groeit de tumor vaak terug ondanks verderzetting van de behandeling. Dit komt doordat er enkele sluimerende cellen achterblijven waar de behandeling geen vat meer op heeft.
Om beter te begrijpen hoe dit gebeurt, heeft het onderzoeksteam zich toegelegd op het onderzoeken van deze achtergebleven melanoomcellen die uiteindelijk aanleiding kunnen geven tot het herval.
De onderzoekers hebben “single-cell sequencing” toegepast. Hierbij worden de individuele achtergebleven cellen niet tezamen maar elk afzonderlijk geanalyseerd en dit leverde nieuwe inzichten op.
Dat kankercellen een enorm aanpassingsvermogen hebben, was al geweten. Dat is ook het geval bij melanoom: de doelgerichte behandeling vernietigt het grootste deel van de tumor, maar een kleine groep cellen blijkt opmerkelijk creatief in het vinden van ontsnappingsroutes.
Dr. Jean-Christophe Marine (VIB-KU Leuven (foto)): “Sommige cellen schakelen over naar een overlevingsmechanisme en passen zich aan. De initiële behandeling heeft geen effect meer op hen. Die overlevende, sluimerende kankercellen zijn ook bijzonder divers. Wij hebben nu voor het eerst één belangrijke subpopulatie in kaart gebracht, een subpopulatie die het een en ander gemeen heeft met kankerstamcellen.”
Met dit onderzoek beoogde het team beter inzicht te krijgen in die sluimerende cellen, want zo kunnen we nieuwe therapieën ontwikkelen en de effectiviteit van de behandeling te verbeteren.
Marine: “Dat deze residuele tumorcellen zo divers zijn, maakt het des te moeilijker om het melanoom met één doelgerichte therapie uit te schakelen. De gekregen inzichten in deze verschillende celpopulaties hebben ertoe geleid dat we met een molecule specifiek de subpopulatie met stamceleigenschappen konden bestrijden.
In een muismodel konden we zo aantonen dat op die manier de effectiviteit van de bestaande behandelingen kan verbeterd worden. Er moet wel op gezwezen dat nog veel onderzoek nodig is alvorens dit kan resulteren in een behandelingsstrategie. Bovendien zullen we ook rekening moeten houden met de andere sluimerende subpopulaties.”
Publicatie
Toward minimal residual disease-directed therapy in melanoma, Rambow et al. Cell, August, 2018