3D-reproducties en juridische valkuilen (deel 1)

Steeds vaker zullen bedrijven 3D-scannen én 3D-printen. Zie in dit nummer ook het artikel: “Wat doe je met de puntenwolk?” Reverse Engineering wordt ongetwijfeld een groeimarkt.

Trefwoorden: #3D, #octrooi, #reproductie, #scannen, #wetgeving

Lees verder

Columns

ENGINEERINGNET.BE - Denk aan het reproduceren van wisselstukken die niet meer seriematig geproduceerd worden. Wat kan? En wat mag? Kan de commercialisatie van 3D-reproducties een inbreuk zijn op onze “intellectuele eigendomsrechten”? We bekijken in deze reeks de bestaande wetgeving terzake.

Volgens onze wetgeving is ‘eigendom’ het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen.

Het eigendomsrecht is het belangrijkste recht dat men op een goed kan hebben. Zelfs onze Grondwet voorziet in artikel 16 dat niemand van zijn eigendom kan worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen een billijke en voorafgaande schadeloosstelling.

Anderzijds zijn er ook de zogenaamde ‘intellectuele eigendomsrechten’. Zoals gewone eigendom rechten geeft op materiële zaken, zo geven intellectuele eigendomsrechten rechten op ‘voortbrengselen van de geest’. Het gaat hier dus om creaties van de menselijke geest: een boek, een computerprogramma, een uitvinding, enz…

Men kan een computerprogramma aankopen en er mee werken maar diegene die het programma maakte, is de persoon die het creëerde en die er het intellectueel eigendomsrecht over heeft. Diegene die het computerprogramma aankocht, mag er dus wel mee werken maar mag het niet kopiëren. Hetzelfde geldt voor een boek: men kan het kopen en lezen, maar de materiële eigenaar mag dat boek niet kopiëren of het op Internet plaatsen. Wil je dat toch doen, dan is de toestemming van de maker of de auteur vereist.

Welke zijn deze intellectuele eigendomsrechten?
Enerzijds zijn er de ‘artistieke’ intellectuele eigendomsrechten die vooral betrekking hebben op het Auteursrecht. Zo bijvoorbeeld de schrijver van een boek, hij die een foto maakt, een film maakt, enz…

Maar ook computerprogramma’s en databanken worden hier beschermd. Anderzijds zijn er ook ‘industriële’ intellectuele eigendomsrechten. Hier gaat het om creaties die economisch belangrijk zijn in een productieproces. Zo bijvoorbeeld een uitvinding die beschermd kan worden door het octrooirecht.

3D-reproducties en het octrooirecht
3D-scanning en -reproducties veranderen de wijze waarop een product tot stand komt. Hoe zullen intellectuele eigendomsrechten de rechten van de bedenker en/of van de oorspronkelijke maker beschermen?

Onze Octrooiwetgeving bepaalt dat een octrooi een uitsluitend en tijdelijk recht toekent om aan derden de exploitatie te verbieden van iedere uitvinding die nieuw is, die op uitvinderswerkzaamheid berust en die vatbaar is voor toepassing op het gebied van de nijverheid. Spijtig genoeg definieert onze wetgeving niet het begrip ‘uitvinding’.

Volgens de heersende wetgeving moet de uitvinding voldoen aan bepaalde voorwaarden opdat ze bescherming kan genieten. Zo moet de uitvinding nieuw en vooral industrieel toepasbaar zijn. Dit houdt in dat de uitvinding een duidelijke oplossing moet bieden aan een technisch probleem. ‘Nieuw’ houdt in dat de uitvinding nog geen deel uitmaakt van de techniek.


door Solange Tastenoye, zelfstandig juriste

Wordt vervolgd...