ENGINEERINGNET.BE - Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en de universiteit van Lausanne in Zwitserland vonden 46 al goedgekeurde geneesmiddelen die dit vermogen, dat 'competentie' heet, kunnen blokkeren.
Testen zijn verricht op de bacterie Streptococcus pneumoniae, waarbij deze geneesmiddelen inderdaad de verspreiding van resistentie bij muizen stopten.
Omdat competentie is te blokkeren zonder de groei van de cellen te remmen zal het voor bacteriën lastig zijn via evolutie resistent te worden tegen deze behandeling.
‘We werkten samen met wetenschappers uit Heidelberg, die een high-throughput test hebben ontwikkeld waarmee je tegelijkertijd groei en competentie kunt meten’, vertelt Arnau Domenech van de Rijksuniversiteit Groningen.
Met behulp van deze test zijn 1.366 al goedgekeurde geneesmiddelen gescreend. Hieruit bleek dat 46 middelen het ontstaan van competentie blokkeerden zonder de groei af te remmen.
‘Wanneer cellen onder groeistress staan, bijvoorbeeld omdat er antibiotica aanwezig zijn, proberen ze een oplossing te vinden om resistent te worden tegen het geneesmiddel’, aldus Domenech. ‘De geteste middelen veroorzaken geen groeistress, en we zagen dan ook geen resistentie ertegen ontstaan.’
De 46 middelen vielen in twee groepen uiteen: middelen die effect hadden op het evenwicht van ionen in de cel, en antipsychotica. Diverse kandidaten zijn nader bestudeerd.
‘Het bleek dat ze allemaal werken via hetzelfde mechanisme’, stelt Domenech. 'Ze verstoren de protonengradiënt over de celmembraan. Die zorgt ervoor dat er protonen door de membraan heen stromen, wat allerlei processen kan aandrijven.'
‘Door de verstoring scheiden cellen niet langer een klein eiwitje met de naam CSP uit’, aldus Domenech. 'De concentratie CSP buiten de cel zorgt ervoor dat bacteriën competent worden.'
‘In het lab zagen we dat competentie-blokkerende middelen de overdracht voorkwamen van antibioticaresistentie genen naar een gevoelige Streptococcus pneumoniae stam bij muizen. We kregen vergelijkbare resultaten in gekweekte menselijke longcellen.’
De concentraties waarmee het ontstaan van competentie was te blokkeren lagen ver onder de concentraties die invloed hebben op de groei van bacteriën.
Maar het is niet zeker of deze concentraties laag genoeg zijn voor gebruik in mensen: ook menselijke cellen zijn voor belangrijke functies afhankelijk van de protonengradiënt.
Verder onderzoek moet dan ook aantonen of deze aanpak wel bij mensen werkt.