ATLAS onderzoekt verval van higgsdeeltjes naar charm-quarks

Op de onlangs gehouden LHCP2021 conferentie voor fysica is bekendgemaakt dat die koppeling niet meer dan 8,5 keer groter kan zijn dan de waarde die het Standaardmodel voorspelt.

Trefwoorden: #ATLAS, #CERN, #charm, #higgsdeeltje, #LHC-versneller, #Nikhef, #protonen, #quarks, #Standaardmodel

Lees verder

research

( Foto: CERN )

ENGINEERINGNET.BE - Het in 2012 ontdekte higgsdeeltje geeft in theorie materiedeeltjes hun massa, maar experimenteel is dat tot nog toe alleen bewezen voor de allerzwaarste quarks.

Met een nieuwe analyse begint het ATLAS-experiment ook zicht te krijgen op de koppeling met een lichter quark, het charm-deeltje.

“Dit is de eerste directe limiet voor higgs naar charm-quarks die met een experiment is gemeten”, zegt Nikhef-fysicus Tristan Du Pree. “We laten zien dat er geen grote afwijkingen van het Standaardmodel kunnen zijn. Die zouden we nu al gezien hebben.”

Du Pree ontwikkelde met zijn team de afgelopen jaren de techniek waarmee het verval van higgsdeeltjes naar twee charm-quarks wordt bekeken in botsingen van protonen in de LHC-versneller op CERN. Nikhef is de Nederlandse partner in het ATLAS-project.

Na de eerste vergelijking van de metingen met de voorspellingen, bleek dat de analyses goed werken en een rechtstreekse schatting van de higgskoppeling mogelijk was.

Sleutel bij het begrijpen van het higgsboson en zijn rol in het Standaardmodel is zijn interactie met materiedeeltjes. Quarks en leptonen bestaan er in drie generaties. Alleen van de zwaarste derde generatie materiedeeltjes (tau-lepton en de top- en bottomquarks) is tot nog toe de invloed van het higgsdeeltje echt gemeten.

In theorie gaat de greep van de higgs op materiedeeltjes netjes gelijk op met hun massa. Maar het kan ook anders uitpakken. De enige manier om uit te vinden wat de natuur doet, is via het bestuderen van deeltjesbotsingen waarbij higgsdeeltjes ontstaan die daarna snel uit elkaar vallen.

In het nieuwe onderzoek is voor het eerst rechtstreeks gekeken naar de invloed van de higgs op de tweede generatie materiedeeltjes, in het bijzonder het charm-quark. De theorie voorspelt hoe vaak een higgsdeeltje uiteenvalt in twee charm-quarks, die zogeheten jets van energie en deeltjes produceren.

In de experimenten is dat verval naar charm-quarks niet gezien. Dat wil niet zeggen dat het verval er niet is, maar dat er een limiet is aan hoe vaak dat verval optreedt. Daarmee is een schatting te maken van de maximale koppeling van het higgsdeeltje naar charm-quarks.

Die blijkt met de huidige foutenmarge zeker honderdmaal kleiner dan de koppeling van het higgsboson met het zwaarste quark, het top-quark. Dit is in lijn met de theorie van het higgsmechanisme.

Ook konden Du Pree en zijn team laten zien dat de metingen wel voor het eerst het voorspelde ontstaan van zulke W- en Z-bosonen laten zien. Dat is een goede controle op de analyses.