ENGINEERINGNET.BE - Cybercrime laat zich niet beperken door fysieke grenzen: het is net zo makkelijk om iemand aan de andere kant van de wereld te bestelen als iemand in dezelfde stad.
Bij het opsporen van deze misdaden moeten politiediensten dus veel internationaal samenwerken. Daarbij is het uitwisselen van digitale informatie van groot belang.
De taal CASE is onder meer door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) ontwikkeld en wordt door internationale organisaties ondersteund. CASE staat voor: Cyber Analysis Standard Expression.
Met CASE kan digitaal bewijs op een eenduidige manier worden beschreven, zodat rechercheurs van verschillende landen kunnen samenwerken en daarbij snel en betrouwbaar over dezelfde informatie kunnen beschikken.
Het NFI gebruikt voor het vastleggen en analyseren van sporen hun dataplatform Hansken. TNO heeft op basis van hun ervaring met gegevensstandaarden een module gemaakt die het mogelijk maakt dat informatie van Hansken in de CASE-taal kan worden uitgewisseld.
De cybercrime wereld is groot en ontwikkelt zich continu. Daarom is de CASE standaard nog niet volledig.
In 2021 heeft TNO bijgedragen aan een uitbreiding van de woordenschat. In samenwerking met bedrijven als CFLW Cyber Strategies en Graphsense heeft TNO voor Interpol een gestructureerde woordenlijst voor Dark Web & Virtual Currencies opgesteld.
Deze lijst staat op de agenda om opgenomen te worden in CASE, zodat digitale rechercheurs ook onderzoeken kunnen beschrijven die over Dark Markets en Bitcoin transacties gaan.
Ook werkt TNO aan het uitbreiden van het aantal sprekers van de taal CASE. In het ITEA-project 'DEFRAUDify' werkt TNO bijvoorbeeld aan tools die fraude en witwassen kunnen detecteren. Deze tools zullen ook gebruik gaan maken van de CASE standaard.
NFI en TNO willen graag dat CASE een nog bredere toepassing krijgt en zien graag dat organisaties die veel met cybercrime-data werken zich aansluiten bij de CASE community.
