ENGINEERINGNET.BE - ‘Onze antilichamen zijn omhuld met suikers. Afhankelijk van hoe ze bedekt zijn, kunnen suikers de manier veranderen waarop antilichamen zich gedragen’, aldus Tamas Pongracz, promovendus aan het Centrum voor Proteomics en Metabolomics van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
De nieuw studie omvatte 159 in het ziekenhuis opgenomen personen, die licht en ernstig ziek waren en die na hun ontslag uit het ziekenhuis vervolgcontroles kregen.
Pongracz: 'Op basis hiervan hebben we ontdekt dat specifieke bekledingspatronen kunnen worden waargenomen tijdens de vroege stadia van de infectie, en deze weerspiegelen hoe de ziekte zich zal ontwikkelen.'
Anna Roukens, internist-infectioloog bij de afdeling Infectieziekten van het LUMC: 'Er bestaan grote verschillen tussen patiënten die worden opgenomen op een algemene verpleegafdeling of op de intensive care. Daarom moeten we uitzoeken wie in het ziekenhuis moeten blijven en wie veilig ontslagen kunnen worden om thuis uit te zieken.’
Gedurende de hele pandemie heeft het bepalen welke mensen een groter risico lopen op verslechtering echter voor grote uitdagingen gezorgd.
‘We hebben talloze keren gezien dat jonge mensen die aanvankelijk fit leken plotseling op de intensive care belandden. Maar nu weten we dat bepaalde suikers en bekledingspatronen werken als een ‘marker’ die ons kan helpen om de ernst van COVID-19 te voorspellen en veiliger beslissingen over ziekenhuisopname te nemen.’
‘Ondanks onze nieuwe inzichten over hoe deze antilichamen eruit zien bij opgenomen patiënten met verschillende mate van ziek zijn, weten we nog steeds niet zeker wat ze eigenlijk doen tijdens het verloop van COVID-19', stelt Pongracz.
'De studie wijst bijvoorbeeld op een verband tussen suikerbekledingspatronen en ontsteking, maar er moet nog worden onderzocht hoe ze bijdragen aan ziektemechanismen.’
Om dit aan te pakken, is de volgende stap het bestuderen van de antilichaamfunctie aan het Wistar-instituut in Philadelphia. ‘Zodra we dat hebben uitgezocht, kunnen we kijken of we de hevigheid van COVID-19 bij patiënten kunnen aanpakken met medische ingrepen’, stelt Roukens.
