Traininglab manufacturing in VDAB Brugge ingehuldigd

Het gloednieuwe traininglab manufacturing bevat hoogtechnologische opleidingsapparatuur, dat wordt ingezet voor opleidingen in programmeren, 3D-printing en lassen en metaalbewerking. Dit moet het nijpend tekort aan technische profielen opvangen.

Trefwoorden: #additive, #manufacturing, #opleiding, #POM, #training, #VDAB

Lees verder

HR

( Foto: screen video POM West-Vlaanderen )

ENGINEERINGNET.BE - Het traininglab manufacturing is een realisatie vanuit het EFRO-project UPSKILL. POM West-Vlaanderen en VDAB investeren 8 miljoen euro in hoogtechnologisch opleidingsmateriaal op verschillende locaties in de provincie West-Vlaanderen.

Met de aankoop van onder meer een lasrobot en -cobot, een lasersnijtafel en verschillende simulatoren zet dit lab sterk in op industriële productieomgevingen binnen de metaalverwerkende industrie en de machinebouw.

Deze sector is in onze provincie goed voor 29.437 werknemers en heeft eveneens af te rekenen met heel wat knelpuntvacatures. Zo ontving VDAB in het afgelopen jaar bijvoorbeeld 3.194 vacatures voor de beroepsgroep metaalbewerkers.

Met de nieuwe uitrusting worden werkzoekenden en werknemers beter voorbereid worden op een werkvloer die steeds digitaler wordt. Operatoren moeten meer en meer samenwerken met robots en cobots.

Ook de opkomende additive manufacturingtechnologie of meer gekend als toepassingen met 3D-printing, in de nabije toekomst een onmiskenbare schakel in een industrie 4.0-omgeving, krijgt een prominente plaats in dit training lab.

Ook het onderwijs is welkom. Secundaire scholen kunnen 10 dagen gratis gebruik maken van deze machineparken. Hoger onderwijsstudenten zijn dan weer welkom om de machines te gebruiken voor eindwerken en onderzoeksprojecten. De combinatie van scholing met ervaring transformeert de cursisten in gegeerde arbeidskrachten.

UPSKILL is mogelijk dankzij de financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (40%). De Vlaamse overheid (30%) en de Provincie West-Vlaanderen (15%) zijn cofinancierders van dit project.