Hoe leg je het binnenste van het brein bloot?

De Nederlandse Universiteit van Amsterdam onderzoekt de subcortex via een MRI scanner met een hele krachtige magneet van 7 Tesla, om de werking van de subcortex beter te begrijpen.

Trefwoorden: #brein, #hersenen, #research

Lees verder

research

( Foto: Universiteit van Amsterdam )

ENGINEERINGNET.BE - 'Er zijn verschillende wetenschappelijke aanwijzingen dat de subcortex belangrijke dingen doet voor gezond functioneren,’ stelt cognitief neurowetenschapper Steven Miletić van de UvA.

‘De eerste symptomen van ziektes als Alzheimer’s dementie vinden bijvoorbeeld in de subcortex plaats. Voor ons begrip van hersenfuncties en hersenziektes is het daarom van groot belang de subcortex goed te begrijpen.’

‘Bij levende mensen kunnen we alleen vanaf de buitenkant van de schedel naar binnen kijken, bijvoorbeeld met een MRI of EEG. Dan is de afstand te groot om een scherp beeld te krijgen van de subcortex. Deze ligt namelijk in het midden van het brein en het verst van de schedel.’

MRI wordt gebruikt om gedetailleerde scans te maken waarop de structuur van de hersenen goed te zien is. Dit gebeurt met magneetvelden en radiogolven.

Op een MRI-beeld ziet de grijze stof, ofwel de cellichamen van hersencellen, er bijvoorbeeld anders uit dan de witte stof, ofwel de uitlopers van hersencellen die de verbindingen tussen hersengebieden vormen, of hersenvloeistof.

Zo’n MRI-scan kan ook gebruikt worden om te bepalen waar hersenactiviteít zich bevindt. Die activiteit wordt dan gemeten met een aparte MRI-scan.

Het lukte Miletić een beter anatomisch beeld van de subcortex te krijgen, dankzij een MRI scanner met een hele krachtige magneet van 7 Tesla. Hiermee kun je meer contrasten in het weefsel zien.

Een tweede stap in het onderzoek was het ontwikkelen van de optimale instelling van de 7T scanner voor een goede scan van de subcortex.

Na deze stappen kon Miletić proefpersonen in de scanner computertaakjes laten uitvoeren om zo hersenactiviteit te meten. ‘We richtten ons op keuze- en leergedrag, want uit dierenonderzoek weten we al dat dat deze prominent zijn in de subcortex.

Proefpersonen moesten steeds kiezen tussen opties waarvoor ze verschillende punten kregen. Zo leerden ze wat de beste keuzes waren.’ Dit analyseerde Miletić vervolgens met cognitieve modellen die bepaalde keuzes kunnen voorspellen.

Met zijn onderzoek leerde Miletić zo meer over de anatomie van de subcortex en hoe die betrokken is bij leer- en keuzegedrag. ‘Bij dit soort slow science zijn er geen knallende resultaten, maar kleine stappen naar meer begrip.’