ENGINEERINGNET.BE - Directeur Mattijs Slee van Battolyser: ‘Mijn generatie wil de energietransitie zo snel mogelijk doorzetten. We moeten 10 keer groter denken en handelen dan we nu al doen. Met de Battolyser kunnen we sneller naar een duurzame wereld.’
De technologie achter de Battolyser is niet van gister, legt Slee uit. ‘Zo’n 10 jaar geleden ontdekte professor Fokko Mulder van TU Delft een techniek die elektra kon opslaan én produceren. Die techniek is verder ontwikkeld en daar is een product uitgekomen dat we nu op de markt brengen: de Battolyser.’
De Battolyser is op meerdere manieren duurzaam, aldus Slee. ‘Als eerste kunnen we door de batterij-functie méér zonne- en windenergie produceren omdat we het overschot kunnen opslaan.'
'Ten tweede kunnen we de energie omzetten in betaalbare groene waterstof. Hiermee verminderen we weer de CO2-uitstoot door fossiele waterstof te vervangen met duurzame waterstof. En ten derde wordt de Battolyser gemaakt van ijzer en nikkel. Materialen die nog in overvloed aanwezig zijn en die je makkelijk kan recyclen.’
Volgens Mattijs wordt waterstof al veel gebruikt. ‘Het wordt in de industrie al veel gebruikt als grondstof voor het maken van kunstmest. Het kan ook de grondstof zijn van productie van nylon of polyester en die vind je bijvoorbeeld weer in de kleding die ik draag. Het zit in veel producten die we dagelijks gebruiken.'
'Veel daarvan wordt nog met grijze waterstof gemaakt, waterstof die gemaakt is met olie, gas of steenkool. Waarbij dus CO2 vrijkomt die de atmosfeer in gaat. En dat is waar de Battolyser een grote rol kan gaan spelen: omdat een Battolyser waterstof produceert met hernieuwbare energie zoals wind en zon, komt dus geen CO2 vrij.’
Slee: ‘Rotterdam is het industriële hart van Nederland, waar waterstof al veel wordt toegepast. Veel van onze klanten zijn al hier. Een Battolyser kan helpen om deze bedrijven duurzaam te maken. Het ecosysteem van bedrijven in de hernieuwbare energie krijgt in Rotterdam steeds meer vorm. Als we nóg meer met elkaar samenwerken, kunnen we zorgen voor een nog grotere doorbraak.’