Nieuwe test bepaalt hoe hersentumor best behandeld kan worden

Een nieuwe diagnostische test van KU Leuven geeft op basis van een biopsie aan of een behandeling alle aanwezige tumorcellen kan aanvallen, om zo de kans op herstel te vergroten.

Trefwoorden: #behandeling, #kanker, #tumor

Lees verder

research

( Foto: gorodenkoff - 123RF )

ENGINEERINGNET.BE - Jaarlijks krijgen zo’n 1.000 patiënten in België de diagnose van glioblastoma, een agressieve hersentumor.

De standaardbehandeling start, indien mogelijk, met een chirurgische verwijdering, gevolgd bestraling en chemotherapie. Omdat hersentumoren uit veel verschillende types kankercellen bestaan, is de kans op herval groot en die op overleving erg klein, ondanks de mogelijke behandelingen.

De nood is bijgevolg hoog voor werkzame therapieën die alle kankercellen doen afsterven, zodat patiënten kunnen genezen.

“In het verleden werden verschillende nieuwe glioblastoma-therapieën getest, maar omdat slechts een klein aantal patiënten baat had bij de behandeling, werden klinische studies niet verdergezet of was er geen mogelijkheid tot integratie in het behandelschema”, aldus professor Frederik De Smet van KU Leuven. “Nochtans zouden de patiënten die wél goed reageerden op de therapie, echt geholpen kunnen worden.”

Daarom ontwikkelden de onderzoekers een nieuwe methode om met behulp van enkele tumorcellen van de patiënt, verkregen door een biopsie, de meest optimale therapie voor elke patiënt te bepalen. Dat doen ze door de hersencellen kortstondig in het labo te houden en er diverse behandelingsopties op te testen.

“Een klein aantal cellen dat de behandeling overleeft, is al voldoende om opnieuw een tumor te doen groeien. Onze methode laat toe om makkelijk het effect van een medicijn te onderzoeken op alle aanwezig celtypes bij die patiënt, waardoor we kunnen bepalen welke specifieke therapie geschikt is voor een bepaalde patiënt", stelt De Smet.

“Het grote voordeel van onze aanpak is dat we reeds bestaande behandelingen opnieuw gebruiken. Eerder klinisch onderzoek toonde al aan dat deze veilig zijn voor toediening aan patiënten. Zodra onze diagnostische test dus op punt staat, kunnen de therapieën hun weg snel terugvinden naar het ziekenhuis”, aldus De Smet.

“Omdat niet elk ziekenhuis beschikt over de juiste apparatuur, willen we op termijn werken met één centrale Europese testhub die de verschillende stalen kan onderzoeken en behandeladvies verleent aan artsen ter plaatse.”

Door op voorhand te testen of patiënten baat zullen hebben bij een bepaalde therapie, worden geen onnodige behandelingen of onderzoeken uitgevoerd. Dit levert tijdswinst op, aangezien patiënten meteen de meest werkzame behandeling krijgen.

Ook zorgt dit er voor dat ze geen negatieve bijwerkingen ondervinden van behandelingen die toch niet blijken te werken.

Partners zijn: UZ Leuven, VIB, Jessa (Hasselt), Sint-Elisabeth (Ukkel), AZ Nikolaas (Sint-Niklaas) en Harvard Medical School.