ENGINEERINGNET.BE - Stow bouwde zijn magazijnbusiness op vanuit het staalplooien en het rekkenbouwen en telt nu zo’n 1.800 medewerkers in Europa en Amerika. In september 2021 zette het stow Robotics op om al zijn geautomatiseerde oplossingen rond palletten en bins te bundelen.
“Wij maken er een automatisatiefirma van met een groei die vergelijkbaar is aan die van softwarebedrijven.” Sinds februari heeft stow Robotics zijn hoofdkwartier langs de E17 in Lokeren. “We groeien naar 300 mensen vóór het eind van het jaar. Dit jaar mikken we op een verdriedubbeling van onze omzet en die groei willen we daarna aanhouden.”
“Vader was ingenieur en ontwierp schepen. Soms mochten we mee naar de haven. Een van mijn eerste kindertekeningen: een hefplatform.” Na Latijn Wiskunde twijfelde hij tussen geneeskunde en ingenieursstudies. In de middelbare was hij actief in een elektronicaclub. Hij koos voor ingenieur maar ook de twijfel kreeg zijn recht. Tegelijk met zijn ingenieursstudies (Elektrotechniek met specialisatie micro-elektronica) aan de KU Leuven deed hij de eerste en tweede kandidatuur geneeskunde en was hij actief in het presidium.
Geluid van kokend staal
’s Zomers was hij werkstudent in Duitsland. Via zijn pa kon hij terecht in het onderzoekscentrum van Siemens in Erlangen. Die eerste twee maanden was hij er nog ‘de zoon van’ maar hij mocht terugkomen. De zomer van 1993 - 94 werkte hij er aan neurale netwerken … en bleef er nog een half academiejaar aan de slag. Brossen in Leuven, dus. Neurale netwerken waren high tech. De technologie stond toen nog in de kinderschoenen. “De toepassing bestond er in met neurale netwerken het smeltproces van staal te verbeteren. Ervaren operatoren herkennen aan het geluid van het kokende staal wanneer het goed zit.” Voor zijn thesis kwam hij via Erasmus in München bij het Duitse lucht- en ruimtevaartinstituut (DLR). Daarna moest hij beslissen: doctoreren in Duitsland of verder doen in België. “Ik wou in Leuven mijn ingenieursdoctoraat doen, maar in de plaats van studenten te begeleiden wou ik geneeskunde verder studeren.” Hij vond zelfs externe financiering maar de universiteit maakte geen uitzondering. Waarop Pieters zijn kar keerde.
Ondernemer in plaats van doctor
Tussen 1995 en 1998 was hij wetenschappelijk medewerker bij DLR. “DLR is een groot onderzoeksconglomeraat. De diepgang! Ook al deed ik er droge numerieke wiskunde … geweldig! In Leuven kregen we veel ‘balastvakken’ die nu opleverden. Ik kon direct op niveau meedraaien en was beter voorbereid dan mijn Duitse collega’s, zelfs in de robotica. Dat lag aan mijn brede opleiding.”
Een paar jaar eerder, bij Siemens, had hij ingenieur Alexander Verl ontmoet die naderhand zijn doctoraat maakte bij DLR rond robotica en mechatronica. “Toen Verl in 1997 klaar was, vroeg ik hem: “Waarom starten we zelf niks om onze methodes in de praktijk toe te passen?” Pieters werd ondernemer. Samen richtten ze datzelfde jaar het ingenieursbureau AMATEC Robotics op dat Pieters zes jaar lang leidde als CEO. “We hadden snel door dat het lastig zou zijn. Maar het belangrijkste was te starten. Eén jaar vóór ik klaar was met mijn doctoraat, werd ik ondernemer … en geen doctor”, zegt Pieters.
Toegepast modelgebaseerd programmeren
AMATEC staat voor Angewandte Modellbasierte Automatisierungstechnik. “Dat is precies wat we deden: toegepast modelgebaseerd programmeren.” De dienstenleverancier kalibreerde bijvoorbeeld de robots van Kuka op het einde van de productielijn. Het was hun idee om de meetrobots tussen de lasrobots in te zetten en ze permanent te kalibreren.
Het bleek namelijk dat de motoren van de meetrobots, die heel nauwkeurig en repetitief kunnen werken, toch snel té warm liepen om een nauwkeurigheid van 0,3 - 0,5 mm aan te houden. “Zo was er niet één statistische controle op het einde van de lijn maar een 100% controle. Wereldwijd integreerden we dat in de auto-industrie.”
Pieters verkocht in december 2003 zijn aandelen aan Kuka dat drie jaar later het bedrijf helemaal overnam. “Ik zou een jaar vakantie nemen. Eerst zes maanden skiën om dan zes maanden te duiken.” Die eerste zes maanden lukten hem aardig maar … in juni 2004 richtte hij de SNOX Engineering Group op die in Antwerpen als een van de eersten slimme AGV’s ontwikkelde.
Automated Guided Vehicles
“Ik startte met de bedoeling het bedrijf uit te bouwen met een paar ex-collega’s van de elektronicaclub, en dan een MBA te beginnen bij INSEAD. Ik dacht dat ik wist wat hard werken was.” De combinatie was intensiever dan gedacht. De eerste zes maanden kon hij niet veel doen voor SNOX, dat de problematiek van zowat elk kleiner engineeringbedrijf kende. Snox zorgde voor slimme en klantspecifieke oplossingen.
“Daar kwamen elegante concepten uit met verrassend veel verschillende toepassingen.” Dan is het echter moeilijk groeien. De ontwikkelingskosten financierden ze ook telkens zelf. Uiteindelijk groeide het team naar een 50-tal mensen maar “het ontbrak ons aan een grote partner.” Ze keken naar Grenzebach Maschinenbau, toen hoofdaandeelhouder van Swisslog én Kuka. “Voor Grenzebach was het echter interessanter ons op de fles te laten gaan dan ons over te nemen …”
Dat gebeurde in juni 2013. Grenzebach nam het handelsfonds over, de mensen, hun kennis en het materiaal. SNOX Automation kent een doorstart. Een jaar lang was Pieters er nog COO. “Grenzebach had de kans er serieus in te vliegen …” Toen de activiteit verhuisde naar Duitsland, bleef hij aan boord als directeur logistics en intralogistic solutions in Karlsruhe en Asbach-Bäumenheim.
Eind 2014 verkocht Grenzebach zijn aandelen in Kuka en Swisslog. “Daarmee waren tegelijk mijn logistiek netwerk en mijn bron voor techniek weg.” Ondertussen pendelde Pieters tussen Augsburg en zijn gezin in het Antwerpse. “Het was moeilijk.” In mei 2016 sprong hij naar de KION Group.
Automated Guided Vehicles, deel twee
“De vroegere CEO van KUKA, die ooit mijn sponsorcontract tekende bij DLR, was CEO geworden bij KION. Of ik me over hun geautomatiseerde voertuigen wou buigen?” Onder de KION Group ressorteren verschillende heftruckmerken.
Na Egemin Automation in 2015 kocht de groep midden 2016 ook Dematic. Daarmee werd het tegelijk ’s werelds grootste toeleverancier van AGV’s. “Mijn taak bestond er in industriële, betrouwbare systemen te maken van geautomatiseerde voertuigen. Dat waren toen rijdende elektrische kasten.” KION had de voordelen van een grote onderneming (volume, industriële schaal, kostenbeheersing …), maar ook de nadelen.
“Ik had mensen in Duitsland, België, Frankrijk, Noord-Amerika, China, Mexico en Australië. Het was een hele uitdaging om die verschillende culturele achtergronden onder één hoed te krijgen en aan hetzelfde product te laten werken, over de verschillende tijdszones heen.” De onderneming stelt zich niet op als de technologische leading edge, eerder een ‘fast follower’ maar is wel stevig en betrouwbaar aan een onklopbare kostprijs. We slaagden er in producten in China uit te rollen die competitief waren met de Chinezen. Op vier jaar tijd halveerden we bijna de kostprijs voor geautomatiseerde heftrucks in Europa. Met een product dat 80% van de toepassingen afdekt, kan ik al heel veel klantenprojecten uitvoeren en leren om bij te sturen. Wacht ik op de perfectie, dan verlies ik markt.” Na meer dan zes jaar pendelen tussen Aschaffenburg en Zwijndrecht koos hij er in oktober 2022 voor om het nieuwe stow Robotics te leiden.
Handje slag
Vorig jaar bezocht Pieters Jos de Vuyst, CEO van stow Group. Hij kende stow als rekkenbouwer voor magazijnen. SNOX had hun ooit, in 2006, een installatie geleverd. De Vuyst sprak hem echter van het pas opgerichte stow Robotics. “Dat leek me interessant. Het klikte. Ik was er helemaal niet om te solliciteren maar na 2,5 uur was het ‘handje slag'.
Het was een beslissing vanuit de buik. Ik had het product nog niet gezien.” Heel zijn carrière klopte Pieters op dezelfde nagel: goederen naar de man brengen met vrij maneuvrerende, automatische systemen. Met stow gebeurt dat nu vanuit een andere invalshoek: met een AGV die op rails in een rack rondrijdt. “Voor de rest was het ‘thuiskomen’.” Met één belangrijk verschil: “Ik kom plots terecht in een scale-up omgeving op steroïden.” De aandeelhouder van stow is Blackstone, de grootste eigenaar van logistieke assets ter wereld. Die nam in 2018 de rekkenbouwer Averys over van Equistone.
Stow Robotics
“We willen één van dé belangrijke spelers worden in geautomatiseerde opslag van palletten en bakken.” Het bedrijf heeft drie vaandelproducten: de stow 2D Atlas palletdrager, de stow e.scala, een goods-to-person order fulfillment systeem, en iFollow. Deze Parijse producent van collaboratieve Autonomous Mobile Robots (AMR) werd in mei 2022 overgenomen.
Zijn AMR’s kunnen in ‘zwermen’ samenwerken. Vandaag draagt de 2D Atlas palletshuttle het grootste deel van de omzet. Bij Dematra in Kruisem-Nazareth bouwt stow Robotics mee aan het grootste geautomatiseerde 2D-shuttle magazijn van Europa, goed voor 80.000 palletten en meer dan 200 in- en uitgaande palletbewegingen per uur. De 2D Atlas shuttles verzorgen het horizontale transport van de pallets in de rekken van het 46 m hoge geconditioneerde magazijn.
“Met de andere producten willen we eenzelfde groei neerzetten om binnen een paar jaar 500 miljoen euro te halen. Het helpt dat stow al 40 jaar ervaring heeft in material handling. Er zijn nu e-scala projecten in Noord-Amerika verkocht. Als die eenmaal draaien, zullen ze de voordelen van ons systeem tonen.” De thuismarkt van Stow was historisch EMEA. Met stow Robotics is de eerste stap naar Amerika gezet. iFollow is nu aan de slag in het VK met zijn AMR voor collaborative picking. Als dat concept zich ook bewijst … “Tegen eind ’23 komt de helft van onze business uit Noord-Amerika. De andere helft van Europa.”
Schaalbaarheid
Succesfactoren? “Je moet het prijspunt juist zetten. Dat kan enkel als je een industriële aanpak hebt, een standaardproduct, dus. En schaalbaarheid. Wij leveren iets ‘stand alone’, een rack met shuttle(s) daarin. Dat is makkelijker te schalen. Maar zelfs met een maatproduct per klant zit er double digit groei in deze markt”, merkt Pieters. Op palletniveau ziet hij weinig directe concurrentie. Die komt eerder van klassieke systemen als heftrucks en kranen.
“Elk heeft zijn voordeel. Wij hebben eigen troeven. De densiteit die wij in een gebouw kunnen brengen, bijvoorbeeld. Als het past voor het productspectrum, tenminste. De trade-off tussen densiteit en toegangssnelheid kan je berekenen.” Pieters zoekt zich te onderscheiden. “Tegen september 2023, bij de opening van het experience center, laten we een toepassing zien met op het einde van de lijn een stationaire pickingcel.”
Aandachtspunten? “We zijn de start-up fase voorbij. We zijn nu een scale-up. Het product moet rijp gemaakt worden om snel en betrouwbaar uitgerold te worden. Om niet telkens een ingenieur maar eerder een technieker uit te sturen om een systeem op te starten.” Pieters opdracht: “Ik moet het team doen groeien en de productie opschalen. Alles moet meegroeien aan een verschroeiend tempo. Onze grote bottleneck is: mensen.”
Roboticscampus Lokeren
“In augustus 22 werd bekend dat het gebouw van de drukkerij van DPG Media Services in Lokeren vrijkwam. 24.000 m². Binnen de 30 dagen is het contract getekend. Op 13 februari opende stow Robotics zijn nieuwe vestiging.”
Pieters wil die als katalysator gebruiken en hoopt dat de locatie, tussen Antwerpen en Gent, het iets makkelijker maakt om mensen aan te trekken. “Begin 2022 waren we met 40. Vandaag telt stow Robotics meer dan 240 mensen.” Vóór het einde van het jaar zijn ze met meer dan 300. De meeste medewerkers zijn Vlaming. De bedrijfstaal Engels. iFollow, dat 60-70 man telt, blijft in Parijs.
“In deze fase wou ik alles concentreren om sneller te schakelen. Ik wou de complexiteit van ontwikkelingen op meerdere locaties vermijden.” Pieters weet dat er ooit ook elders geschaald zal moeten worden. “We kijken op de achtergrond naar Europa, ook naar Amerika, maar zo’n beslissing wil ik zo lang mogelijk uitstellen.” In Lokeren komen 5.000 m² bureaus, 10.000 m² voor productie en een 15 m hoog experience center van 2.500 m² “waar we de shuttles in de racks laten zien.” Het bedrijf houdt een voet aan de grond in Spiere-Helkijn en een satellietkantoor in Berchem.
Zou ik het nog eens doen?
MBA? “Ik zou het absoluut opnieuw doen. De eerste jaren na mijn MBA zat ik niet op een schaal om er iets uit te halen. Nu wel.” Doctoraat? “Mijn doctoraat heb ik wel gemist. In ruil zette ik mijn eerste bedrijf AMATEC Robotics op. Ik ben tevreden over de trade-off. Ik streef geen academische carrière na.” Maar les geven, zijn ervaring delen, dat ziet Stefan Pieters nu wél zitten. “In Leuven had ik een paar fantastische proffen waar ik altijd naartoe ging. Vaak waren het mensen die eerst in de industrie gewerkt hadden en wisten waarop het aankwam.” Netwerken? “Netwerken vind ik normaal maar dat is niet typisch voor ingenieurs”, meent Pieters. “Het is belangrijk om in allerlei hoeken iemand te kennen zodat puzzelstukjes samen kunnen vallen.” De ingenieur wordt af en toe voor ‘nerd’ versleten. "Maar de techniek is een middel om business te doen en te verdienen.”