ENGINEERINGNET.BE - Dit is slechts één gebruiksmogelijkheid van het gewas. Voor de realisatie van meer en ruimere toepassingen ging onlangs het EU-gefinancierde project Hemp2Comp van start.
Het proefproject bevestigde de bodemzuiverende eigenschappen van hennep. “3M, het bedrijf verantwoordelijk voor de vervuiling, bleek niet geïnteresseerd om met ons samen te werken”, zegt Frederik Verstraete, CEO van C-Biotech (Temse) dat nu deel uitmaakt van de groep Cordeel. “De Vlaamse overheid wil er wel mee verder. Voor bodemzuivering met hennep zijn er geen dure afgravingen nodig, want de wortels reiken tot 2 m diep, dieper dan de vervuiling. Ook het bodemleven blijft gespaard.”
De planten slaan het vervuilde bodemmateriaal niet op in de bast – de grondstof voor de meeste hennepvezelproducten – maar in de bladeren. De plantendelen worden na het oogsten gescheiden. Zo kan de vervuiling niet in bouw- en andere producten op hennepbasis terechtkomen, maar wordt ze afgevoerd naar verbrandingsovens. Fytoremediatie met hennep is wel een traag proces. Om sterk vervuilde gronden te saneren moet er jaren aan een stuk hennep geteeld en geoogst worden.
Snelle groeier, beperkte traditie
Industriële hennep groeit snel, tot wel 4 m in 90 dagen. Het neemt tijdens zijn groei aanzienlijke hoeveelheden CO2 uit de lucht op. Hennepzaad is eetbaar. Vogelliefhebbers gebruiken het als vogelvoer, hengelaars als aas. Het kan ook tot olie worden geperst. Van de lange vezels van de bast wordt al eeuwenlang touw gemaakt en textielproducten zoals (dek)zeilen en dekhuiden.
De houtachtige delen dienen als stro, maar vonden ook al vroeg toepassing in papierproductie en in de bouw, in combinatie met kalk. Verschillende partners in Hemp2Comp streven nu naar de ontwikkeling van nieuwe, milieuvriendelijk te produceren, bouwmaterialen. “Een bijkomend voordeel is dat hennep een streekeigen gewas is, met bloemen. Dit betekent een stimulans voor het bijenleven, een extra diversificatiemogelijkheid voor lokale landbouwers en de beperking van transportkosten voor de bouwmaterialen, die sterk meespelen in het bepalen van de totale levensduurkosten van een gebouw”, geeft Verstraete mee.
Marktvraag stijgt sterk
Hij rolde in de henneptoepassingen vanuit zijn eerdere activiteiten met hout als bouwmateriaal. “Omdat hout een ademend materiaal is, heeft het aangepaste isolatie nodig. Op zoek naar materialen met de gewenste, combineerbare karakteristieken, stuitte ik op hennepschreven, vezels uit de bast van de stengels. Aanvankelijk merkte ik weinig belangstelling.
Maar vandaag heerst er een grote vraag naar duurzame en circulaire materialen op de markt. De vraag is zelfs groter dan het aanbod. Overheden en andere investeerders kijken almaar meer naar de duurzaamheid en de onderhouds- en duurzaamheidskosten op lange termijn. De bouwbedrijven moeten volgen, sommige bouwbedrijven zetten proactief en strategisch in op duurzaamheid.”
C-Biotech produceert al diverse producten op basis van hennep. Zo is er C-Hemp, een alternatief voor hout. Het maakt binnenkort ook circulaire sandwichpanelen, via een combinatie van C-Hemp en mycelium. “We kweken dit in de tunnels van de voormalige Boelwerf, op organische reststromen. De panelen bundelen het thermisch isolerende karakter van hennep met de akoestische eigenschappen van het mycelium. Er zijn duizenden mogelijke toepassingen, maar wij richten ons specifiek op die voor de bouw.”
Diamantkoppaal
C-Biotech ontwikkelde in samenwerking met Trafiroad (Lokeren) ook al een eigen versie van de diamantkoppaal, de tegenhanger van het Nederlandse Amsterdammertje. “Traditioneel worden die palen van hardhout of kunststof gemaakt. Wij hebben met hennep en biohars een biocomposiet op punt gesteld. Daardoor worden ze niet meer geperst, maar geëxtrudeerd.
Omdat de transportkosten het zwaarst doorwegen, is het logisch dat de productie in eigen streek gebeurt”, legt Verstraete uit. “Wanneer de palen aan vervanging toe zijn kunnen ze worden vermalen, zodat het materiaal zonder downgrading kan worden hergebruikt.” Gemiddeld worden er in Vlaanderen jaarlijks zowat 5.000 diamantkoppalen nieuw geplaatst of vervangen. Het is nu wachten op de eerste orders van enkele grote gemeenten en steden. “Om de productie economisch rendabel te maken, mag ze niet kleinschalig zijn.”
Dat C-Biotech de verkeerspaal als eerste product koos heeft een reden. “De meeste bouw-materialen, zoals de sandwichplaat, zijn onderworpen aan gedetailleerde technische normen en certificaties. Die zijn gebaseerd op de materialen en toepassingen die al in gebruik waren toen ze op punt werden gesteld, met name staal en beton. Om een hennep-alternatief te laten goedkeuren zijn ellenlange procedures nodig.”
Hemp2Comp
C-Biotech is één van de partners in het Interreg project Hemp2Comp (Hemp to Composites), dat wordt gecoördineerd door het landbouwkundig proefstation Pibo-Campus (Tongeren). “Hemp2Comp zet in op de klimaatverandering en de transitie naar een circulaire, biobased economie”, zegt coördinator Damien Xhonneux. “Hennep is in het kader van klimaatadaptatie een interessant (rust)gewas, dat geen input vergt van gewasbeschermingsmiddelen. We streven naar het verankeren van een lokale verwerking, waarbij Limburg zich positioneert als een centrum in de verwaardingsketen.
We willen producten die nu bestaan uit glasvezel of polyester waar mogelijk vervangen door koolstofneutrale en/of volledig biogebaseerde tegenhangers. In de landbouw wordt een financiële meerwaarde gecreëerd via gewasdiversificatie en kan de teelt een rol spelen in het bereiken van een koolstofneutrale bedrijfsvoering. De industriële partners ontwikkelen nieuwe producten met biocomposieten. Conventionele composieten hebben een zware milieu-impact en de einde-leven opties zijn complexer. Hennepvezels maken het mogelijk deze knelpunten weg te werken. Dit is ook zo voor vlasvezels, maar door het eenvoudigere verwerkingsproces kan hennep goedkoper uitvallen”, legt Xhonneux uit.
Andere toepassingen
Het project omvat zes ontwikkelings-trajecten. Naast de verkeerspaal van C-Biotech gaat het om een laadpaal van zusterbedrijf Powerstation, een raamprofiel, een akoestisch paneel, een fietsparkeerbeugel en een uitvaartkist. Voor het raamprofiel staat Deceuninck in, dat trouwens ook meewerkt aan de binnenframes van C-Biotech. Deceuninck mikt op een ‘biobased preframe’, een verbinding tussen de ruwbouw en het eigenlijke raamkader,
die de belasting door wind, vocht en warmte op het raam deels overneemt.
Het bedrijf wil ook een versterkingsprofiel ontwikkelen als alternatief voor het bestaande glasvezel/PU-profiel. De andere uitvoerende partners zijn Nederlandse ondernemingen: NPSP (akoestisch paneel), VVP (fietparkeerbeugel) en Plantics (uitvaartkist). Aan Hemp2Comp nemen als kennispartners Sirris en KU Leuven deel. De POM Limburg ondersteunt het project en werkt mee aan een ecosysteem voor de ontwikkeling van businessmodellen op basis van de grondstoffen die voortkomen uit de hennepteelt.
Binnenframes voor laadpalen
Powerstation ontwikkelt een laadpaal waarvan zoveel mogelijk componenten worden gemaakt met hennep-vezels en bioharsen. “Deze toepassing zal wel beperkingen hebben”, legt CEO Erik Groes uit. “Laadpalen, zeker op openbare plaatsen, moeten tegen meer dan een stootje kunnen. Voor de behuizing blijft het gebruik van metaal dan ook evident. Maar voor binnenframes biedt hennep zeker mogelijkheden.” In de kosten van een laadoplossing wegen de elektronische componenten het zwaarst door, niet de keuze voor hennep.
“We hebben voor onze bestaande producten al een fijnmazig netwerk met gecertificeerde installateurs opgebouwd, zodat de verplaatsingskosten voor installatie en naservice niet kunnen doorwegen. Het maken van de matrijzen voor de binnenframes van de verschillende modellen zal dat wel doen.” Dit risico vormt geen rem op de inspanningen van Powerstation. “De transitie naar meer circulariteit is een van de basisprincipes van onze groep. We streven ook naar verticale integratie. De studies naar bijvoorbeeld slijtvastheid, die we nu uitvoeren voor het gebruik van hennep in laadpalen, gaan ongetwijfeld ook van pas komen voor vezelplaten en andere bouwmaterialen.”
Proefvelden
In Bocholt en in Bree legt het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw dit jaar proefpercelen voor de teelt van hennep, samen goed voor ongeveer 6 ha. “We focussen vooral op teelttechnisch onderzoek en op opportuniteiten voor landbouwers”, stelt adjunct-coördinator Marijke Gijbels. “Door in te zetten op verschillende henneprassen en door onderzoek naar onder meer de optimale zaaidichtheden en bodembewerkingen willen we belangrijke informatie verzamelen, die we daarna kunnen vertalen in nuttige toepassingen voor de landbouwbedrijven. Ook in 2025 en 2026 blijven we ons toespitsen op de hennepteelt. Om de telers de voordelen van dit gewas te tonen, betrekken we de landbouwsector actief bij onze activiteiten.” Het hele Vlaamse areaal voor hennepteelt bedraagt vandaag slechts ongeveer 200 ha. Voorlopig gebruiken de productiebedrijven dan ook veel ingevoerde hennep, vooral uit Nederland en Frankrijk.
Wettelijke beperkingen
Omdat de hennepteelt ook de basisbestanddelen voor marihuana en hasj oplevert, is hij aan uitgebreide wettelijke reglementeringen gebonden. Zo heb je er een vergunning voor nodig en mag hij alleen in open lucht plaatsvinden. En met rassen van een EU-goedgekeurde lijst, waarvan het gehalte aan tetrahydrocannabinol (THC), de psychoactieve stof, niet meer dan 0,3% bedraagt.