ENGINEERINGNET.BE - Als waterstof in de atmosfeer terechtkomt, verlengt het de levensduur van methaan en verhoogt het gehalte aan ozon en waterdamp in de atmosfeer.
Daarom is het essentieel om nauwkeurig vast te stellen hoeveel waterstof in elke fase van de waterstofketen vrijkomt door lekkage of andere oorzaken. Om dit te bereiken is een grootschalig onderzoek gestart met academische partners en de industrie.
Om de risico’s van waterstofemissies goed te begrijpen en te beperken, zijn meetgegevens uit de praktijk nodig. Het gaat daarbij om data met betrekking tot alle stappen binnen de waterstofketen: van productie en opslag tot transport en gebruik.
De nieuwe internationale studie wil deze data ophalen en analyseren. De onderzoekers richten zich daarbij op waterstofemissies bij bestaande faciliteiten in de volledige waterstofketen in Europa en Noord-Amerika.
Denk aan steam methane reformers, die waterstofgas produceren, liquefaction facilities, waar waterstof vloeibaar wordt gemaakt voor opslag en transport, en voertuigen die op waterstof rijden. Met nauwkeurige metingen kunnen beleid en praktijk uiteindelijk beter worden afgestemd op het beperken van lekkages en andere emissies.
Hoogleraar Thomas Röckmann van de Universiteit Utrecht leidt het Europese deel van het onderzoek. Zijn team heeft ruim tien jaar ervaring met het meten van methaanemissies uit de olie- en gassector.
Nu passen hij en zijn collega's dezelfde methodologieën toe om waterstofemissies te meten. In maart van dit jaar zijn ze gestart met veldmetingen.
Die lopen door tot begin 2026. De verzamelde data worden uiteindelijk samengevoegd, geanonimiseerd en gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften.
Aerodyne levert de nieuwe sensortechnologie waarmee de academische partners waterstofemissies op specifieke locaties kunnen meten en analyseren. Daarnaast dragen bedrijven uit deze industrie bij aan het onderzoek.
Ze stellen hun faciliteiten beschikbaar voor metingen en leveren informatie over hoe hun systemen werken. Volgens Röckmann helpt dit het project om representatieve data te verkrijgen.
Röckmann: “We onderzoeken een milieuprobleem waar nog weinig over bekend is. Deze studie is uniek in schaal en aanpak, en levert belangrijk wetenschappelijk bewijs op.”
Overige partners: University of Rhode Island, West Virginia University, Cornell University, TNO, Transport Energy Strategies, Air Products, Air Liquide, Shell en TotalEnergies. Het project wordt gefinancierd door filantropische bijdragen aan het Environmental Defense Fund.
