LUMC krijgt vergunning voor plaatsen steunhart bij ernstig hartfalen

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport staat LUMC als enige ziekenhuis toe om patiënten te helpen die last hebben van hartfalen en waarbij een harttransplantatie niet mogelijk is.

Trefwoorden: #cardiologen, #ernstig hartfalen, #harttransplantatie, #LUMC, #steunhart, #vergunning

Lees verder

research

( Foto: screen YouTube - LUMC )

ENGINEERINGNET.NL - Het is vijf jaar geleden dat artsen van het LUMC voor het eerst een steunhart plaatsten als definitieve oplossing bij een patiënt met ernstig hartfalen.

De man was afgewezen voor een harttransplantatie en zijn conditie was erg slecht. Inmiddels hebben 35 patiënten in Leiden zo’n permanent steunhart gekregen. De ingreep blijkt veilig en geeft deze mensen een hogere overlevingskans en een betere kwaliteit van leven.

Maar door onbekendheid verwijzen cardiologen nog lang niet alle patiënten door voor wie een steunhart een oplossing zou zijn.

“De patiënten die bij ons een permanent steunhart kregen, spreken van een nieuwe geboorte”, vertelt thoraxchirurg dr. Meindert Palmen. “Deze mensen waren zeer ziek en raakten van een paar passen al uitgeput. Er zijn heftige verhalen bij.

Bijvoorbeeld van jonge mensen die voor kanker waren behandeld, maar van wie het hart beschadigd was door de chemotherapie en die een slechte prognose hadden. Nu pakken zij hun leven weer op.”

Tot vijf jaar geleden konden Nederlandse artsen niets doen voor patiënten met uitbehandeld hartfalen die te slecht waren voor een harttransplantatie. Toen bedacht cardiologe dr. Harriette Verwey dat een permanent steunhart voor hen wellicht een oplossing was.

“Elders implanteren artsen een steunhart bij mensen die op de wachtlijst staan voor transplantatie, ter overbrugging. Wij ontwikkelden als eersten in Nederland een procedure om zo’n steunhart als definitieve behandeling te geven”, vertelt zij.

Bij hartfalen is het meestal de linkerhartkamer die slecht functioneert. De linkerhartkamer krijgt zuurstofrijk bloed binnen en pompt dat via de aorta door het lichaam. Het steunhart neemt de pompfunctie over.

Palmen: “We plaatsen het in de punt van de linkerkamer. Het pompje staat onder regie van een kleine computer en is daarmee verbonden via een aandrijflijn die door de buik naar binnen gaat.”

Uit een evaluatie, eerder dit jaar gepubliceerd, blijkt dat de ingreep veilig en effectief is. “Deze zieke mensen reageren heftig op de operatie en de behandeling er omheen is intensief en langdurig”, zegt Palmen.

“Maar is die periode eenmaal achter de rug, dan is de prognose goed. Een nadeel is dat deze mensen altijd de computer mee moeten dragen. Daarbij komt het risico dat er bij de aandrijflijn een infectie ontstaat, of dat er stolsels ontstaan of juist bloedingen door de antistollingstherapie. Maar daar staat een grote gezondheidswinst tegenover. Met de eerste patiënt gaat het, na 5 jaar, nog altijd goed.”

Hij stelt dat er veel meer patiënten zijn voor wie een permanent steunhart een goede laatste optie zou zijn, maar dat veel cardiologen deze mogelijkheid niet kennen en dus niet doorverwijzen. “Wij kunnen meer patiënten behandelen dan we nu krijgen. Maar ik hoop dat zij op termijn ook in andere ziekenhuizen terecht kunnen.”

Vier keer per jaar geven Verwey, Palmen en collega’s internationale trainingscursussen voor centra die de behandeling willen gaan aanbieden. Aan de orde komen onder meer de selectie van patiënten en een soepele procedure. “Want er komt veel bij kijken en dat vereist een goed ingespeeld team”, zegt Palmen.

“Wij zijn succesvol dankzij een toegewijde groep van medewerkers die speciaal voor deze ingreep geschoold zijn, zoals verpleegkundigen en perfusionisten.”