ENGINEERINGNET.NL - Twee cruciale statements kwamen in het FHI-Technologiemanifest 2016-2018 naar voor: “Het is terecht dat de overheid terughoudend is in het verstrekken van subsidies” en “het is noodzakelijk fundamenteel-experimenteel onderzoek los te koppelen van financiering uit het bedrijfsleven”.
In het document dat is samengesteld door de gezamenlijke technologiebranches van FHI, stellen de bedrijven vast dat Nederland een sterke positie heeft in de internationale kennisinfrastructuur.
In een reeks van analyses en aanbevelingen geeft het manifest richtingen aan voor het beleid dat via Europese en Nederlandse nationale en regionale overheden, samen met de bedrijven en hun organisaties ingevuld kan worden.
FHI-federatievoorzitter en Simac CEO Eric van Schagen: “De kennisinfrastructuur is een cruciale factor in onze economie en maatschappij. We doen het met elkaar best goed. Dat betekent dat we iets te verliezen hebben, maar het kan zeker nog een stuk beter.”
In het manifest worden aanbevelingen gedaan op acht verschillende terreinen: onderwijs/arbeidsmarkt, wetenschappelijk onderzoek, faciliterende labs, eerlijke handel / marktwerking, waardeketens / ecosystemen, industrie/internationalisatie, innovatie instrumentarium en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een en ander is samengevat in een twintig puntenplan.
Zo wordt gepleit voor verdere schaalverkleining in het technisch onderwijs; meer inzet van e-learning in het onderwijs; het afrekenen van scholen op de inzetbaarheid van afgestudeerden; experimenteerruimte voor bedrijven die leveren aan de gezondheids zorg; prioriteit voor de biotransitie in de industrie en nieuwe instrumenten voor de overheid als launching customer.
De totale jaaromzet van de bij de federatie aangesloten bedrijven beloopt ongeveer acht miljard euro.
