ENGINEERINGNET.NL - In bier kunnen lage concentraties van de mycotoxinen DON (deoxynivalenol) en OTA (ochratoxine A) voorkomen. Deze door schimmels geproduceerde stoffen zijn afkomstig van de grondstof gerst en ontstaan tijdens slechte teelt- en opslagomstandigheden.
De huidige controlemethoden voor mycotoxinen zijn duur, arbeidsintensief en moeten in een laboratorium plaatsvinden. De nieuwe methode heeft de potentie een goedkoper en eenvoudiger alternatief te worden. Sweccha Joshi ontwikkelde deze sensor tijdens haar promotieonderzoek aan Wageningen University & Research.
De sensor is gebaseerd op het meten van antilichaam-antigeenreacties met behulp van imaging surface plasmon resonance (iSPR) op nano-gestructureerde chips. Bij het gebruik voor DON zijn voorbehandelingen van het monster overbodig, voor het meten van OTA is een concentratiestap nodig.
“In een simulatieproef bij een grote bierbrouwer hadden we binnen een half uur al de voorspelde resultaten. Dankzij het kleine apparaat kunnen we het lab naar de monsters brengen, in plaats van de monsters naar het lab,” vertelt begeleider Teris van Beek, universitair docent bij Organische Chemie aan Wageningen University & Research.
De chips zijn geschikt om de ‘theoretical safe limits’ van deze mycotoxinen te detecteren. Een bijkomend voordeel van de sensor is dat hij geschikt is voor hergebruik. De onderzoekers konden de sensor voor 450 testen gebruiken, na een korte regeneratie van het chipoppervlak na elke test.
“Het gebruik van deze sensor met de nanochips is een veelbelovende techniek,” aldus Van Beek. “Niet alleen voor onderzoek naar mycotoxinen, maar in principe ook voor elke andere ongewenste stof waarvoor een antilichaam beschikbaar is, bijvoorbeeld in mosselen.”
De eerste praktijktest is succesvol verlopen. De nieuwe sensor kan na aanvullend onderzoek voor commercieel gebruik worden ingezet.
