ENGINEERINGNET.NL - Doel is de ‘North Sea Wind Power Hub’ in de periode 2030-2050 te realiseren. Deze hub moet een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs (COP21).
Om alleen al de EU-klimaatdoelstellingen te behalen, moet er ongeveer 230 gigawatt (GW) aan offshore-windenergievermogen worden ontwikkeld, waarvan 180 GW in de Noordzee.
De voor de energietransitie benodigde hoeveelheden offshore-windenergie zijn zo groot dat er naast stroomverbindingen ook oplossingen voor gasvormig(e) transport en opslag moeten worden ingezet.
De kosten van energietransport en langetermijnopslag in gasvorm liggen per energie-eenheid aanzienlijk lager dan als de energie wordt getransporteerd en opgeslagen in de vorm van elektriciteit. Het combineren van de sterke punten van stroom- en gassystemen kan bovendien een belangrijke impuls geven aan de opkomst van waterstof als duurzame oplossing in tal van toepassingen in de industrie, de gebouwde omgeving en de transportsector.
Het consortium wil de Europese doelstellingen haalbaar en betaalbaar maken met de ontwikkeling van een North Sea Wind Power Hub waarop een vermogen van 100 GW aan offshore-windparken kan worden aangesloten. Het project zal een belangrijke rol vervullen in de toekomstige duurzame elektriciteitsvoorziening van Europa.
Centraal in het plan staat de aanleg van één of meerdere zogeheten ‘Power Link Islands’ met verbindingen naar en tussen de Noordzeelanden. Deze kunstmatige eilanden moeten midden in de Noordzee worden gerealiseerd, op een locatie met optimale windomstandigheden, dus waar het hard en veel waait, bijvoorbeeld de Doggersbank.
Er kan een groot aantal windturbines of offshore-windparken worden aangesloten op een Power Link Island. Vanaf het eiland kan de windenergie verder worden gedistribueerd en getransporteerd via gelijkstroomverbindingen naar de Noordzeelanden. Dit zijn Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Duitsland en Denemarken.
Deze zogenaamde ‘Wind Connectors’ maken niet alleen transport van de windstroom naar de verschillende aangesloten landen mogelijk, maar verbinden ook de energiemarkten van die landen met elkaar, zodat internationale elektriciteitshandel mogelijk wordt. Bovendien kunnen de verwachte overschotten aan windstroom worden omgezet naar waterstof voor grootschalig transport naar land, opslag of buffering.
De Gasunie beschikt over deskundigheid op het gebied van gastransport en -opslag via internationaal verbonden netten, en de handhaving van de balans tussen vraag en aanbod van energie. Het bedrijf ontwikkelt tevens kennis over de inzet van hernieuwbare gassen zoals waterstof, en kijkt daarbij ook naar diverse omzettingsprocessen zoals ‘Power-to-Gas’.
Hierbij wordt elektrolyse toegepast om grote hoeveelheden duurzame energie op te slaan in de vorm van waterstofgas, en vervolgens (internationaal) te transporteren. Power-to-Gas zal naar verwachting een belangrijke rol spelen in het North Sea Wind Power Hub-systeem. De windstroom kan dicht bij de bron, ofwel een locatie ver buiten de kust, worden opgeslagen in gasvorm, en bijvoorbeeld via de bestaande offshore-gasinfrastructuur aan land worden gebracht.
Omdat het behalen van de Europese doelstellingen voor vermindering van de CO2-uitstoot voor een aanzienlijk deel afhangt van duurzame elektriciteitsproductie, is het noodzakelijk om op grote schaal zonne-energie- en windenergievermogen te ontwikkelen.
Bovendien vullen wind en zon elkaar aan als energiebron: er zijn meer zonne-uren van de lente tot en met de herfst, en er is meer wind in de koudere en donkerdere maanden van het jaar. Kortom, het duurzame en stabiele energiesysteem van de toekomst heeft zowel zonne- als windenergie nodig, en beide op grote schaal. Dit is niet door individuele EU-lidstaten te realiseren, en vereist dus nauwe samenwerking en synergie.
Eén of meerdere Power Link Islands op een centrale locatie in de Noordzee voldoen aan alle voorwaarden om de opwekking van windenergie op grote afstand van de kust tot een succes te maken: