• 27/01/2012
  • |     BB

Universiteiten van over hele wereld gaan 'wegwerp'-satellietjes lanceren

Universiteiten in consortium onder leiding van Belgische von Karman instituut voor Stromingsdynamica gaan 50 kleine satellietjes lanceren.

Trefwoorden: #cubesat, #moermansk, #Muylaert, #QB50, #ruimtevaart, #science, #von karman, #wetenschap

Lees verder

research

( Foto: CubeSat, ESA - A. Reyes )

ENGINEERINGNET – Op 15 januari 2012 is het QB50-project definitief van start gegaan. Via dat project – gesubsidieerd door Europa - willen universiteiten van over de hele wereld een netwerk van 50 kleine satellietjes, ‘CubeSats’ genaamd, lanceren. Cubesats zijn tuigjes van 10 x 10 cm per zijde, die maximum 1 kg wegen.

In feite gaat het om ‘wegwerp’-satellietjes: ze worden van op de lanceerbasis in Moermansk met één raket naar een maximale hoogte van 320 km gebracht en dalen vervolgens geleidelijk naar de aarde om uiteindelijk op een hoogte van ongeveer 70 km na 4 tot 6 maanden te verbranden in de dampkring.

Gedurende hun afdalingstraject bestuderen ze de lager gelegen thermosfeer en ionosfeer. Von Karman Instituut in een persbericht: ‘ Dit soort projecten is enkel betaalbaar via kleine en goedkope satellieten, mede wegens hun korte levensduur.’

Initiatiefnemer en projectleider is het von Karman instituut in Sint-Genesius-Rode nabij Brussel. Directeur Jean Muylaert: “Het is de eerste keer is dat één ruimtemissie volledig aan CubeSats gewijd wordt. Deze missie zal niet alleen topbijdragen leveren in atmosferische wetenschappen, maar ook innovatieve ‘in orbit qualificatie’-methoden uittesten voor toekomstige subsystemen.”

Opmerkelijk is dat de CubeSats gebouwd worden door de partner-universiteiten zelf. Doordat het voor veel van deze landen om hun eerste eigen satelliet in een baan om de aarde gaat, wordt het project nu al door velen beschouwd als een zaak van nationaal prestige.


ACHTERGROND
Aan het project nemen meerdere universiteiten uit 30 Europese landen deel, evenals universiteiten uit Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Egypte, Israël, Japan, Peru, Rusland, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Taiwan, Thailand, Turkije, Oekraïne, de V.S. en Vietnam. In totaal werken een 500-tal onderzoekers aan het project.