Export voedingsindustrie boomt, maar negatieve groei in eigen land

Deze tegenstelling blijkt uit het economisch jaarverslag van de Belgische voedingsindustrie. Omzet, export, investeringen en jobs stijgen, maar afzet op de eigen markt staat erg onder druk.

Trefwoorden: #export, #Fevia, #loonkosten, #sectorfederatie, #voeding, #voedingsindustrie

Lees verder

Nieuws

( Foto: satina / 123RF Stockfoto )

ENGINEERIGNET.BE - De omzet van de voe­dings­indus­trie groeide in 2017 met 5,1% tot 52,6 miljard euro. Dit mooie resultaat is te danken aan de export die in 2017 met 7,5% steeg tot 26,7 miljard euro. De handelsbalans bereikt daardoor een positief resultaat van 4,7 miljard euro.

Buiten de Europese Unie stijgt de export met gemiddeld 15,5% tot 4,3 miljard euro en naar de Verenigde Staten stijgt onze export zelfs met 16,1% tot 716 miljoen euro.

Het gevolg van de groeiende export is dat Belgische bedrijven steeds meer investeren in eigen land. De investeringen stegen vorig jaar met 7,6% tot een recordbedrag van 1,8 miljard euro, waarmee de voedingsindustrie de grootste industriële investeerder van ons land wordt.

Dit exportsucces zorgt naast investeringen ook voor jobs in België. De werkgelegenheid nam in 2017 toe met 1,9% tot 90.738 arbeidsplaatsen, of 1.695 arbeidsplaatsen meer dan in 2016. De voedingsindustrie blijft daardoor de grootste industriële werkgever, maar voedingsbedrijven hebben het wel steeds moeilijker om technische profielen te rekruteren.

Jean Eylenbosch, voorzitter van Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie: “De voedingsindustrie levert job, jobs, jobs en dit voor alle profielen. Maar het tekort aan technisch geschoolden op de arbeidsmarkt baart mij wel grote zorgen. 67,7% van de vacatures voor mecanicien blijft langer dan 90 dagen openstaan. Daarnaast zijn een aantal voedingsspecifieke profielen zoals bakkers en slagers steeds moeilijker te vinden op de arbeidsmarkt.”

Terwijl de wereld valt voor onze voeding en dranken lijken wij Belgen zelf steeds minder geneigd om Belgische producten te kopen. In 2017 kende de sector een negatieve groei van 2,2% op de Belgische markt.

De hoofdreden voor deze negatieve evolutie ligt voor Fevia in de opeenstapeling van taksen, heffingen en allerhande bijdragen die voeding en dranken in België duurder maken dan in de buurlanden. De voedingsindustrie blijft ook geconfronteerd met een loonkostenhandicap van 16,4% in 2018 en hoge meerkosten op haar elektriciteitsfactuur.

Het gevolg is dat de Belgische consument zijn aankopen meer en meer over de grens gaat doen. Na de dubbele verhoging van de zogenaamde “gezondheidstaks” zijn de grensaankopen van niet-alcoholische dranken met 8,8% gestegen tegenover 2016 en zelfs met 22% tegenover 2015. De opkomst van e-commerce zal die trend wellicht nog verder vergroten.


Fevia lanceert 4 aanbevelingen aan de overheid:

  1. Het aanbod van de juiste profielen op de arbeidsmarkt vergroten door verder in te zetten op STEM in het technisch onderwijs en op duaal leren in de voedingsindustrie.
  2. Een beleid dat de consument in België houdt door voeding en dranken niet te overladen met bijdragen, heffingen en fiscale experimenten zoals de “gezondheidstaks” en statiegeld.
  3. Ons exportpotentieel vergroten en tegelijk een tegengewicht bieden aan protectionistische tendensen.
  4. De kostencompetitiviteit verbeteren door het afbouwen van de loonkostenhandicap en van de meerkosten op de elektriciteitsfactuur van kleine energie-intensieve bedrijven.