ENGINEERINGNET.BE - Cybercriminelen richten hun pijlen steeds vaker op vitale infrastructuren en energiecentrales.
Energiebedrijven proberen processen te consolideren als kostenbesparende maatregel. Dit kan echter ten koste gaan van de zakelijke veerkracht en redundantieniveaus, en dat levert nieuwe kritieke points of failure op. Elke verstoring binnen de toevoerketen heeft daarmee nog ingrijpender gevolgen.
Sami Ruohonen, bedreigingsonderzoeker bij F-Secure: “De afgelopen jaren is er sprake geweest van een groeiend aantal gevallen van cyberspionage en sabotage-aanvallen op vitale infrastructuren, en volgens mij is het einde nog niet in zicht.”
Steeds meer industriële besturingssystemen worden met het internet verbonden. Deze systemen voor het beheer van vitale infrastructuren zijn ontwikkeld voordat 24/7/365 internetverbindingen in zwang raakten en malware zoals Stuxnet zijn intrede deed. Veel operationele technologie (OT) biedt daarnaast ingebouwde mogelijkheden voor beheer op afstand, maar maakt geen of onvoldoende gebruik van beveiligingsmechanismen zoals authenticatie.
Toen deze legacy systemen werden ontwikkeld, vormden cyberbedreigingen nog geen noemenswaardig risico. En ze zijn al evenmin toegerust met de ingebouwde beveiligingsmechanismen die we tegenwoordig vanzelfsprekend achten. Nu deze systemen met het internet zijn verbonden, worden ze blootgesteld aan aanvallen uit diverse hoeken.
Hoewel het onvermijdelijk is dat er beveiligingsincidenten optreden, adviseert Ruohonen organisaties in de energiesector om hun beveiligingsmaatregelen te herzien en gebruik te maken van de laatste beveiligingstechnologie, zoals endpoint detection & response (EDR)-oplossingen.
Dit zijn enkele opmerkelijke bevindingen uit het onderzoeksrapport: