3D-reproducties: de juridische valkuilen (deel 2)

3D-reproducties en hun commercialisatie. Wat kan en wat mag als je dat toetst aan onze wetgeving inzake octrooirechten, het modellenrecht en het auteursrecht?

Trefwoorden: #3D, #3D printing, #juridisch advies, #Solange Tastenoye

Lees verder

Columns

ENGINEERINGNET.BE - Welke rechten heeft de octrooi-houder? Wat met 3D-reproducties in het tekeningen- en modellenrecht?

Het octrooi geeft de octrooihouder het recht om ieder, die hij geen toestemming gaf, te verbieden om:

  • een voortbrengsel waarop het octrooi betrekking heeft, te vervaardigen, aan te bieden, in het verkeer te brengen, te gebruiken, in te voeren of in voorraad te hebben,
  • een werkwijze toe te passen waarop het octrooi betrekking heeft,
  • een voortbrengsel dat rechtstreeks volgens de werkwijze waarop het octrooi betrekking heeft is verkregen, aan te bieden, in het verkeer te brengen, te gebruiken, in te voeren of in voorraad te hebben.

Alleen de octrooihouder mag de uitvinding gebruiken, tot stand brengen en verkopen. De octrooihouder kan een derde dus verbieden iets te vervaardigen waarop zijn octrooi betrekking heeft. Het is zelfs niet noodzakelijk dat de volledige uitvinding wordt overgenomen, zo beslisten rechtbanken al. Het volstaat dat de kenmerken van de uitvinding waarop het octrooi betrekking heeft, terug te vinden zijn in wat de derde tot stand bracht.

Ook wanneer het verschil maar oppervlakkig is, kan er sprake zijn van namaak. Ook al gebruikt men een andere productietechniek, zoals 3D-printing, toch kan dat een inbreuk op het octrooirecht zijn. Meent de octrooihouder dat hij slachtoffer is van namaak, dan zal er gekeken worden naar datgene wat de octrooiaanvraag vermeldt en niet naar het object zelf.

De rechten die voortvloeien uit een octrooi strekken zich echter niet uit tot handelingen die in de particuliere sfeer en voor niet-commerciële doeleinden worden verricht. Dit betekent dat, onder deze omstandigheden de octrooihouder een 3D-reproductie niet zal kunnen verbieden. De vraag stelt zich echter wel wat er onder ‘particuliere sfeer’ moet begrepen worden. De rechtspraak noch de wetgeving bepaalt hoever deze particuliere sfeer precies reikt.

Een printservice, die op vraag van een klant een 3D-print uitvoert, zal wellicht niet zelf als een namaker aanzien worden. Dit kan afgeleid worden uit de rechtspraak binnen het Auteursrecht waar reeds geoordeeld werd dat de klant moet aanzien worden als namaker en niet de printservice.

3D-reproducties en het ‘tekeningen- en modellenrecht’
Om 3D-reproducties te toetsen aan de wetgeving inzake Tekeningen en Modellen, moeten we naar het Benelux Verdrag inzake Intellectuele Eigendom kijken. Dit verdrag is recent aangepast en de vernieuwingen zijn sinds 1 maart 2019 van kracht.

Het verdrag beschermt een tekening of model voor zover die/het een eigen karakter heeft. Als tekening of model wordt beschouwd het uiterlijk van een voortbrengsel of een deel ervan. Dit ‘uiterlijk’ wordt afgeleid uit de kenmerken van de lijnen, de omtrek, de kleuren, de vorm, de textuur of de materialen van het voortbrengsel zelf of de versiering ervan.

Onder ‘voortbrengsel’ wordt o.m. elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd voorwerp verstaan, met inbegrip van onderdelen die zijn bestemd om tot een samengesteld voortbrengsel te worden samengevoegd, verpakkingen, uitvoering, grafische symbolen en typografische lettertypen.


Wordt vervolgd

door Solange Tastenoye, zelfstandig juriste

Hier kan je deel 1 lezen