Naar een koolstofarm en veilig energiesysteem

Een interdisciplinair consortium zoekt binnen 5 jaar uit hoe het Belgische energiesysteem tegen 2050 koolstofarm en veilig is te maken, waarbij ook de rol van waterstof wordt onderzocht.

Trefwoorden: #CO2, #elektra, #elektrochemische reactors, #Energietransitiefonds, #EnergyVille, #imec, #KU Leuven, #moleculen, #nanomaterialen, #PROCURA, #ULuik, #VITO, #VUB, #waterstof, #WaterstofNet

Lees verder

Techniek

( Foto: VITO - © IRENA 09-2018 )

ENGINEERINGNET.BE - De efficiëntie van het gebruik van waterstof hangt sterk af van de toepassing en van de sector. Hoe dat plaatje er in de context van het Belgische energiesysteem uitziet, is een van de vragen die wordt onderzocht binnen het PROCURA-project.

‘Met PROCURA willen we komen tot een duidelijke en allesomvattende taxonomie van waterstof,' zegt Pieter Vingerhoets van VITO/EnergyVille. 'Waar gebruiken we dit het best rechtstreeks, en waar zetten we het beter eerst om in andere synthetische chemicaliën?’

Binnen het project worden diverse mogelijke oplossingen die tegen 2050 leiden tot een emissiearm en veilig energiesysteem, getoetst op hun potentieel. Er wordt gekeken naar opschaalbaarheid van de technologie, naar betaalbaarheid en naar de mogelijkheid om een gebalanceerd en bevoorradingszeker energiesysteem te behouden.

Waterstof is ook onderdeel van Power-to-X (P2X), waarbij met goedkope stroom bepaalde synthetische chemicaliën en brandstoffen worden geproduceerd. P2X is belangrijk voor het balanceren van het elektriciteitssysteem en omdat een aantal sectoren niet zonder moleculen kan.

PROCURA loopt sinds 1 maart 2020 en wordt gesponsord vanuit het federale Energietransitiefonds – het budget bedraagt 4,5 miljoen euro.

Het omvat een interdisciplinaire samenwerking tussen projectleider imec, WaterstofNet, de KU Leuven, de VUB, de universiteit van Luik en VITO/EnergyVille.

Er zijn 7 werkpakketten binnen PROCURA die gericht zijn op ontwikkeling van technologie vanaf de basis. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om gebruik van nanomaterialen in elektrochemische reactors voor de productie van zonnebrandstoffen. En om de directe omzetting van CO2 met water en duurzame stroom naar ‘groene’ moleculen.

De resultaten van de werkpakketten worden samengenomen en in modellen en mogelijke roadmaps gegoten – telkens met horizon 2050. Deze combinatie van fundamenteel onderzoek en modellering maakt dit project uniek binnen Europa.

‘Maar voor een gebalanceerd systeem waarin bijvoorbeeld lokaal geproduceerde, groene chemische energieopslag een sleutelrol speelt, hebben we momenteel veel te weinig zonne- en windenergie in België. Er is dus nog een lange weg te gaan,’ stelt Vingerhoets.