ENGINEERINGNET -- Deze Vlaams-Nederlandse samenwerking moet de toekomst verder voorbereiden, om zo op lange termijn een transitie naar een biogebaseerde economie mogelijk te maken.
Dat hebben beide ministers vandaag beslist tijdens een uitgebreid onderhoud, voorafgaand aan de opening van de Bio Base Europe Pilot Plant in Gent en het Bio Base Europe Training Center in Terneuzen.
Beide ministers kwamen overeen om een tijdelijke werkgroep op te richten die zal nagaan hoe de regelgeving (Europees en nationaal/regionaal) m.b.t. biobased economy te verbeteren.
Ook zullen minister-president Peeters en vice-premier Verhagen meer gezamenlijk optreden hieromtrent naar de Europese Unie en in Europese programma’s.
De administratie krijgt nu de opdracht gezamenlijke interesses voor een versterkte samenwerking na te gaan.
Tenslotte beslisten beide ministers om biomassastromen uit eigen productie in Vlaanderen en Nederland duidelijk in kaart te brengen, om zo optimale biomassastromen te bekomen.
Een 'biogebaseerde economie' maakt gebruik van hernieuwbare biomassa grondstoffen, in plaats van petroleum die steeds duurder wordt en eindig is.
Dit vermindert onze afhankelijkheid van fossiele grondstoffen zoals petroleum, en draagt bij aan de strijd tegen de klimaatverandering.
Minister-president Peeters en vice-premier Verhagen openden op 11 juni de Bio Base Europe Pilot Plant in Gent en het Bio Base Europe Training Center in Terneuzen.
Op beide locaties waren ruim 500 aanwezigen, grotendeels van Vlaamse en Nederlandse bedrijven.
In de Bio Base Europe Pilot Plant in Gent kunnen bedrijven biogebaseerde processen, waarmee op laboratoriumniveau goede resultaten zijn bereikt, opschalen naar semi-industrieel niveau.
In het Bio Base Europe Training Center in Terneuzen kunnen bedrijven operatoren en technici opleiden voor de procesindustrie en de biogebaseerde economie.
Voorafgaand aan deze officiële openingen in Gent en Terneuzen hadden beide ministers een uitgebreid onderhoud omtrent een versterkte samenwerking.
Deze openingshandelingen door de ministers voor een versterkte Vlaams-Nederlandse samenwerking kaderde in een werkbezoek aan Euregio Scheldemond, een samenwerkingsverband van de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland.
Daarbij spraken de ministers onder andere met de gedeputeerden van deze provincies en een zestal CEO's die reeds actief fossiele grondstoffen inruilden voor biomassa.
Tijdens hun gesprek kwamen minister-president Peeters en vice-premier Verhagen overeen om een tijdelijke werkgroep op te richten om na te gaan welke stappen kunnen worden genomen om de regelgeving (Europees of nationaal/regionaal) te verbeteren.
Want, het belangrijkste obstakel voor veel bedrijven die meer willen inzetten op biobased economy, blijkt namelijk de beperkende regelgeving te zijn. Desgevallend kan een meldpunt voor ondernemingen worden opgericht.
Ook de problematiek van de importheffingen op duurzame en niet-duurzame import werd uitgebreid besproken tijdens het onderhoud deze middag. De genomen afspraken kunnen op relatief korte termijn tot resultaten leiden.
Tenslotte kwamen minister-president Peeters en vice-premier Verhagen ook overeen om biomassastromen uit eigen productie in Vlaanderen en Nederland duidelijk in kaart te brengen, om zo na te gaan of er optimale uitwisselingen kunnen worden gevonden tussen aanbod en vraag.
(GL)
