ENGINEERINGNET.BE - Eens een contract tot stand is gekomen, moet het door de partijen uitgevoerd worden. Zij moeten zich houden aan wat ze overeengekomen zijn en dit moet ‘te goeder trouw’ worden uitgevoerd.
Doch, artikel 1148 BW bepaalt dat: “Geen schadevergoeding is verschuldigd, wanneer de schuldenaar door overmacht of toeval verhinderd is datgene te geven of te doen waartoe hij verbonden was, of datgene gedaan heeft wat hem verboden was.”
Wanneer is er sprake van overmacht?
Vermits er geen definitie bestaat van overmacht, worden er twee belangrijke juridische principes gehanteerd: ‘onmogelijkheid’ en ‘ontoerekenbaarheid’. Het moet met andere woorden gaan om een gebeurtenis waardoor het uitvoeren van de overeenkomst totaal onmogelijk wordt en waaraan de schuldenaar geen enkele schuld heeft.
Normaal gezien kunnen de contracterende partijen regels opnemen omtrent overmacht; tenzij dit door een specifieke wetgeving verboden zou zijn. Zo kunnen deze partijen bepalen wat voor hun de gevallen van overmacht zullen zijn en de mogelijke gevolgen.
Het principe van de ‘ontoerekenbaarheid’
Bij deze ‘ontoerekenbaarheid’ kan de schuldenaar aantonen dat hij geen enkele fout heeft gemaakt, dat het voorval in kwestie absoluut niet te voorzien was op het ogenblik dat het contract tot stand kwam en dat hij het niet heeft kunnen voorkomen of vermijden.
Het principe van de ‘onmogelijkheid’
Door deze ‘ontoerekenbaarheid’, is er een complete ‘onmogelijkheid’ ontstaan om de overeenkomst uit te voeren. Men spreekt van een volledige onmogelijkheid, wat inhoudt dat wanneer het ‘slechts’ moeilijker of duurder wordt om de overeenkomst ten uitvoer te brengen, er geen sprake kan zijn van overmacht.
Wat nu met overmacht in deze coronatijden?
Het zal steeds aan de rechter toebehoren om te beslissen of er overmacht kan zijn in een bepaalde situatie tijdens deze coronatijden. Belangrijk is echter wel om eerst naar de contracten te kijken en na te gaan of de betrokken partijen in hun algemene voorwaarden regels omtrent deze overmachtsituaties hebben opgenomen.
Is dit niet het geval, dan zal men de ontstane situatie moeten toetsen aan de hierboven aangehaalde voorwaarden. Vooreerst zal moeten nagegaan worden of de uitvoering van het contract totaal ‘onmogelijk’ werd door de coronamaatregelen. De overheidsmaatregelen om bepaalde zaken te sluiten, is bijvoorbeeld een geval van overmacht.
Wanneer het voor een ondernemer louter ‘moeilijker’ wordt om zijn activiteiten uit te voeren (bijvoorbeeld door telewerk), dan zal dit wellicht niet als overmacht aanzien worden. Hij kan immers nog zijn werkzaamheden verderzetten, weliswaar onder moeilijke omstandigheden!
Ook andere omstandigheden controleren
Verder zullen ook alle andere omstandigheden moeten nagegaan worden. Zo zal bijvoorbeeld een klant die niet betaalde vóór de coronacrisis en hiervoor al in gebreke werd gesteld, geen beroep kunnen doen op overmacht wegens de coronacrisis. Hetzelfde voor bijvoorbeeld de leverancier van een wagen die eveneens eerder in gebreke werd gesteld omtrent de niet levering.
Kortom, we kunnen stellen dat corona niet altijd een geldige reden zal zijn om overmacht aan te nemen, om het uitvoeren van contracten uit te stellen of volledig te beëindigen. Rechters zullen zich geval per geval moeten uitspreken over het al dan niet aannemen van overmacht. Wordt dus nog vervolgd.
door Solange Tastenoye, zelfstandig juriste