Onderzoekers creëren meteorietenkaart van Antarctica

Een Belgisch-Nederlands wetenschappelijk team heeft de allereerste "schatkaart" gemaakt die onthult waar in Antarctica meteorieten kunnen worden gevonden. Meteorieten bevatten cruciale informatie over de vorming en evolutie van ons zonnestelsel.

Trefwoorden: #Antarctica, #meteoriet, #VUB

Lees verder

research

( Foto: VUB )

ENGINEERINGNET.BE - Wanneer meteorieten op de Antarctische ijskap vallen raken zij meestal ingebed in het ijs.

Meteorieten worden door de stroming van het ijs naar de zee getransporteerd, tenzij er bergen aanwezig zijn, soms verborgen onder het ijs. Door deze bergen worden de meteorieten naar het oppervlak van de ijskap geduwd in zogenaamde blauwe ijsgebieden.

Tot nu toe werd in slechts een deel van de Antarctische blauwe ijsgebieden naar meteorieten gezocht, en dit met wisselend succes. Onderzoekers hebben nu verschillende soorten observaties in een machine-learning algoritme gecombineerd en hebben op die manier zones kunnen aanduiden waar met grote waarschijnlijkheid meteorieten zullen kunnen gevonden worden.

Het machine-learning algoritme legt de verschillende satellietwaarnemingen over elkaar heen en detecteert wisselwerkingen tussen deze beelden, wat essentieel is om de aanwezigheid van meteorieten te kunnen voorspellen.

De nauwkeurigheid van het algoritme om meteorietrijke gebieden te vinden wordt geschat op meer dan 80%, gebaseerd op onafhankelijke gegevens die niet gebruikt werden bij de ontwikkeling van het algoritme.

De resulterende "schatkaart" is toegankelijk op deze website, waar iedereen het Antarctische continent kan doorzoeken en locaties kan verkennen waar veel meteorieten kunnen worden gevonden.

De resultaten van de studie werden gepubliceerd in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift  Science Advances.

De studie maakt deel uit van het BICEPS-project (Antarctic blue ice as a porthole to the Solar System and Earth’s changing climate), gefinancierd door het Fonds de la Recherche Scientifique (FNRS, PhD-beurs toegekend aan Veronica Tollenaar).

Wetenschappers van de Université libre de Bruxelles , de Technische Universiteit Delft en de Vrije Universiteit Brussel hebben bijgedragen aan deze studie.